Innovatieve dementiezorg bij Cicero Zorggroep: Waar zorg de ziel ontmoet

Psychogeriatrische cliënten in een verpleeghuis ervaren een kwaliteit van leven die even hoog is als van ouderen met dementie die nog thuis wonen. De stemming van deze mensen blijkt het belangrijkste voor een kwalitatief goed en waardig leven, ook al is er sprake van fysieke beperkingen.

Dat blijkt uit promotieonderzoek van Hanneke Beerens aan de Universiteit Maastricht. Voor dit onderzoek zijn in Nederland en nog zeven Europese landen bijna tweeduizend mensen met dementie en hun verzorgers gezien. Daarvan woonde iets meer dan de helft thuis. ‘Nederland is zelfs all-round kampioen dementiezorg’, concludeert Beerens, die zelf ook als HBO-V verpleegkundige in de ouderenzorg werkte. Vergeleken met andere landen hebben thuiswonende dementerenden in Nederland het minst last van vrijheidsbeperkende maatregelen en doorligwonden.

Sociale interacties

Observatie van dementerende bewoners van verpleeghuizen in Nederland leerde dat een positieve stemming nauw samenhangt met een hogere kwaliteit van leven. De kans daarop is het grootst wanneer cliënten betrokken zijn bij sociale interacties en activiteiten, het liefst in de buitenlucht. De promovenda pleit dan ook voor het beter toerusten van zorgverleners om te ontdekken wat voor elke individuele cliënt een zinvolle dagbesteding is.

Cliënt met dementie en begeleider groene dagbesteding

De aanbevelingen van Beerens klinken als muziek in de oren van Rob Winkens, verpleegkundig gedragsconsulent bij de Cicero Zorggroep in Brunssum, die zorg verleent aan ruim 2000 intra- en extramurale cliënten. Winkens is een van de stuwende krachten achter het initiatief van de Zuid-Limburgse instelling om verzorgenden en verplegenden te trainen in het herkennen van ‘onbegrepen gedrag’ bij pg-cliënten. Daartoe is twee jaar geleden het project ‘Waar zorg de ziel ontmoet’ ontwikkeld, waarmee Cicero ook deelnemer is in het vernieuwingsprogramma ‘Waardigheid en trots.’

Symptomen herkennen

‘Dementie,’ vertelt Rob Winkens, ‘is herkenbaar aan symptomen als agitatie, apathie, wanen, innerlijke rusteloosheid. Hoe meer prikkels ook, zoals lawaai, hoe ontstemder iemand met dementie kan raken, hoe moeilijker ook het contact. Onbegrepen gedrag van intramurale cliënten, zoals luid roepen of tegenwerken, hindert ook de dagelijkse zorg voor anderen. Vroeger stelden we wel vast dat een cliënt onrustig was, maar verdiepten we ons te weinig in de oorzaken.’

‘Wij leren onze medewerkers dat goed observeren van de cliënt belangrijk is om te ontdekken wanneer en waarom een stemming verdrietig of geagiteerd is. Vervolgens kun je bepalen welke interventies nodig zijn om toegang tot de cliënt te krijgen, om zijn gemoedstoestand te beïnvloeden. Zorgen voor mensen met dementie is anticiperen op het gemoed, en dat kan elke keer schommelen. Vandaar dat persoonsgerichte zorg bij deze doelgroep zo wezenlijk is.’

Meetinstrument

Het consultatieteam van Cicero Zorggroep dat zich richt op onbegrepen gedrag bij pg-cliënten bestaat uit een specialist ouderengeneeskunde, een psycholoog en drie HBO-V verpleegkundigen die ook de trainingen en het bespreken van casussen coördineren. De mate en regelmaat van agitatie en agressie bij de pg-cliënt brengt het consultatieteam in kaart met een meetinstrument, de zogeheten CMAI-Index (Cohen-Mansfield Agitation Inventory).

‘De 0-meting,’ legt Winkens uit, ‘wordt na zes weken gevolgd door een effectmeting om te zien of de agressie verminderd is. Na twee maanden is er nog een borgingsmeting. Dan stellen we vast of de interventies ook voor de langere duur een positief effect op de stemming hebben. Bovendien leggen we bij keuze voor interventies ook veel meer de vinger op de levensgeschiedenis van de cliënt. Dat verleden moet je uitdiepen, want het levert waardevolle informatie op voor de interventie.’

Mandolinemuziek

‘Zo hadden we een man met dementie van 90 die ’s ochtends heel geagiteerd was en daardoor moeilijk te verzorgen. Totdat we na een gesprek met de familie ontdekten dat hij zijn hele leven dirigent van een mandolineorkest was geweest. Toen hebben we ervoor gezorgd dat hij in zijn kamer wakker werd met mandolinemuziek. Vanaf dat moment lag hij als hij ontwaakte met een brede lach op zijn gezicht en zijn armen wijd te dirigeren.’

‘De verzorgende kan bij het wakker worden van de cliënt de zorg ook even uitstellen. In plaats daarvan gaat ze eerst even rustig op de rand van het bed zitten, zegt ‘goedemorgen’, legt een arm om de schouder van cliënt om de stemming te peilen. En pas als die goed is, kan de zorg beginnen. Een andere interventie is arm-handmassage, waarmee de zorgverlener haar nabijheid laat voelen. Of neem aromatherapie. Daarbij verspreidt een streamer met olie een geur van citroenmelisse. Het is een effectieve, evidence based-interventie, die stress bij de cliënt wegneemt en een stemming opwekt die veel meer op het geluksvlak ligt.’

Medewerker helpt cliënt met dementie

In de natuur

Met het zogeheten ‘Wensproject’ stimuleert Cicero sociale interactie, ofwel ontmoetingen tussen cliënten met dementie en jongeren. Leerlingen van middelbare scholen verdienen een zakcentje bij door twee keer per week twee uur samen met cliënten naar buiten te gaan, de krant door te nemen, naar muziek te luisteren. Ook dit werkt volgens Winkens positief op stemming en gedrag, evenals de beweegtuinen in zorgcentrum Op den Toren. ‘Cliënten lopen vanuit hun kamer de buitenlucht in en kunnen met harkjes in de natuur bezig zijn.’

De resultaten van de interventies die het gevolg zijn van het verbeterplan ‘Waar zorg de ziel ontmoet’, zijn volgens Winkens ‘zo succesvol en spectaculair dat het deelbare kennis oplevert voor de hele sector.’ Ook wil Cicero Zorggroep de aanpak verbreden naar de medewerkers in de wijkteams die zorg verlenen aan cliënten met dementie die nog thuis wonen.

Thuis diagnosticeren

‘Thuiszorg heeft de toekomst,’ constateert Winkens. ‘Ik ben het dan ook eens met de stelling van Hanneke Beerens dat je bij cliënten met dementie vooral moet kijken wat ze zelf nog kunnen. We stevenen de komende 20 tot 30 jaar af op een verdubbeling van het aantal mensen met dementie. De problematiek wordt almaar complexer. Alleen mensen met een hogere zorgzwaarte komen nog in verpleeghuizen. Niet dat daar het leven slechter is, maar oude bomen moet je pas verplaatsen als ze erg ziek zijn. Wanneer die boom alleen wat takken verliest maar verder nog goed is, moet je hem ook thuis verzorgen.’

‘De leefwereld van de cliënt bepaalt, dus moet je reeds in de thuissituatie goed diagnosticeren. De overgang naar het verpleeghuis verloopt dan soepeler. Deze benadering vraagt om nieuwe taken en competenties van verpleegkundigen. Ervaringen die we nu in het verpleeghuis opdoen, willen we dan ook veel meer toepassen in de thuiszorg.’

Interview door Loek Kusiak

Meer weten

Geplaatst op: 11 oktober 2016
Laatst gewijzigd op: 5 september 2022