Naar hoofdinhoud Naar footer

Portretreeks Reablement: ‘Zoveel mogelijk zelf laten doen’

Gepubliceerd op: 29-04-2025

Met reablement werk je aan de eigen regie en zelfredzaamheid van ouderen. Maar hoe ondersteun je cliënten het beste bij het terugwinnen van hun zelfredzaamheid? Hoe wen je er als zorgmedewerker aan om meer ‘met de handen op de rug’ te werken? 

In deze portrettenreeks nemen we je mee langs zorgorganisaties die werken vanuit reablement. Deze keer een verzorgende IG van Mijzo.

Waarom vind jij het belangrijk aan zelfredzaamheid te werken?  

‘Als wij veel overnemen, bewegen mensen steeds minder en gaat hun gezondheid sneller achteruit. Ze gaan minder goed lopen en voeren handelingen minder goed uit. Dan krijgen mensen er steeds meer problemen bij.’

Wat inspireert jou om zelfredzaamheid te stimuleren?

‘De zorg kan zo niet doorgaan. We krijgen dan in de toekomst al het werk niet gedaan. Bovendien is het belangrijk dat mensen meer eigen regie pakken over hun leven.’

Wat maak je mee in de praktijk rondom reablement?  

‘We bellen aan bij cliënten en zij doen zelf de deur open. Als ze in een flat wonen, dan bellen we beneden aan en boven nog een keer. Voordat ik naar binnenga, lees ik in het zorgplan of er nieuwe informatie staat. Ik ken de cliënten en weet wat ik moet doen. Ook weet ik hoe ze zorg willen ontvangen en wat ze graag willen dat ik overneem. Bij een nieuwe cliënt staat nog niet alles in een zorgplan. Dan kijk ik wat iemand zelf kan doen. Ik probeer ze altijd zoveel mogelijk zelf te laten doen, bijvoorbeeld zelf armen en het gezicht wassen.’

Bij een nieuwe cliënt staat nog niet alles in een zorgplan. Dan kijk ik wat iemand zelf kan doen. Ik probeer ze altijd zoveel mogelijk zelf te laten doen, bijvoorbeeld zelf armen en het gezicht wassen.

‘Nieuwe mensen die bij ons zorg aanvragen, gaan aan de slag met het programma Langer Actief Thuis (LAT). Met dat programma stellen ze doelen met de ergotherapeut, wijkverpleegkundige en fysiotherapeut en het uiteindelijke doel staat erin. We merken dat veel nieuwe cliënten het liefst zo weinig mogelijk zorg willen ontvangen en gemotiveerd zijn om dingen zelf te doen, zoals zich wassen en de steunkousen aantrekken. Ook vertellen wij nieuwe cliënten wat zij zelf kunnen (leren) doen en wat er van ons en hen wordt verwacht. En waarom dat belangrijk is.

‘Bij mensen die al langer in zorg zijn, staan deze doelen niet. Dat is nog een beetje de “oude” manier van zorgen. Deze cliënten vragen ons sneller: “Kunnen jullie dat niet doen? Jullie hebben dat toch altijd zo gedaan.” Dan leg ik uit: “Maar door het zelf te doen, blijf je langer actief.” Ook deze groep helpen we steeds meer met zelfredzaamheid, we leren hun bijvoorbeeld zelf steunkousen aan te trekken. Voorheen gingen we bij deze mensen altijd met een sleutel naar binnen. Dat is niet meer zo.’

Hoe stimuleer jij de zelfredzaamheid?  

‘Ik begin meestal met: “Probeer eerst zelf maar. Als het echt niet lukt dan help ik wel.” Dan geef ik een washand aan en neem ik de tijd. Een positieve benadering is ook belangrijk, bijvoorbeeld door te zeggen: “Dat lukt wel zelf.” Soms zeggen cliënten dat het echt niet lukt omdat de arm bijvoorbeeld niet omhoog gaat. Terwijl ik zie dat ze het wel kunnen en dan zeg ik: “Je deed het hiervoor ook zelf, probeer het nog eens.” Of bij iemand die net uit een revalidatiecentrum komt, zeg ik: “Je deed het ook bij de revalidatie.” Dat kon ik lezen in de rapportage van het revalidatiecentrum en dan verwijs ik daar ook naar.’

Ik begin meestal met: ‘Probeer eerst zelf maar. Als het echt niet lukt dan help ik wel.’

‘Wat ook helpt, is iemands doel te benoemen. Als iemand graag weer zelfstandig buiten wil wandelen, dan zeg ik dat we daar samen naartoe werken. Dan beseffen mensen waarom we het zo doen. Je benadrukt dat iemand er nog niet is en waar je naar toe wilt. Ik let er ook op hoe ver iemand kan komen en leg steeds uit waarom het belangrijk is dit zelf te doen. Of ik kijk wat de partner kan doen en wat deze kan leren, zoals steunkousen aantrekken. Dat aanleren doen we echt stap voor stap. Partners kunnen overbelast zijn. Mijn teamleden en ik vragen daarom regelmatig hoe met ze gaat en dat evalueren we ook. Situaties kunnen namelijk veranderen. Zo gaf een partner op een gegeven moment aan wel iets te willen overnemen van de zorg die wij leverden.’

Hoe kwam het dat die partner dat zei?

‘De partner had van ons gehoord dat deze dat kon leren. Je moet eerst even wachten tot de druk bij de partner weg is. Tijdens de evaluaties zeggen we dat we er over 6 weken opnieuw over kunnen praten. Ook benoemen we altijd de voordelen voor hen. Zoals meer vrijheid, niet meer afhankelijk van zorg zijn, niet meer al die verschillende mensen over de vloer, eigen regie en meer zelfvertrouwen dat ze het kunnen. En het langer thuis blijven wonen.’

Hoe pak je dat aan, ‘met de handen op de rug’? 

‘Er is geen lijstje van wat we wel en niet doen, maar we weten het wel. We signaleren. We zeggen niet: “Daar zijn wij niet van”, en dan gaan we. We vragen: “Wie doet bij u de afwas?” En dan zorgen we dat iemand anders deze dingen regelt. We krijgen ook weleens de vraag: “Kunnen jullie even een extra keertje naar binnenlopen?” Dan leg ik uit wat wijkverpleging is en dat een keertje binnenlopen niet vergoed wordt. Ik leg uit wat we kunnen doen en kijk mee wat het netwerk kan doen. De familie van een cliënt die vaak een nat bed had, vroeg of wij dat wilden verschonen. Wij hebben toen de dochter gevraagd dat te doen. Daarnaast vertellen we over andere manieren van hulp, zoals Home Instead en Saar aan Huis.

‘Soms kan iemand gewoon ook niet meer thuis wonen. Dan is het onze rol dat te signaleren en hierover te praten.’

Hoe focus je met je team op zelfredzaamheid?   

‘Toen ik in de zorg kwam werken, was er al veel druk op de zorg. Dat moest anders. Ik praat er ook veel met collega’s over. Soms doe ik dingen waarvan ik denk: “Dat had ik niet moeten doen”, zoals automatisch de gordijnen open doen of het bed opmaken. We kunnen familie ook vaker vragen om iets te doen door hun bijvoorbeeld een whatsappje te sturen.’

‘Sommige collega’s die al wat langer bij ons werken, nemen nog wel handelingen over van cliënten. Daarover verschillen we in ons team nog wel eens van mening, bijvoorbeeld bij een raam openzetten. Sommige collega's zeggen: “Dat is een minuutje werk.” Maar ik denk: “Dat kan iemand zelf ook.” Ik vind het belangrijk dat we als collega’s op één lijn zitten in wat we wel en niet overnemen. Als iemand het zelf kan, dan vind ik dat iemand dat ook zelf doet. Anders gaan mensen steeds verder achteruit en kunnen ze mogelijk niet meer zelfstandig thuis blijven wonen. Dat bespreken we steeds met elkaar.’

Welke tips heb je voor collega’s?  

  • Neem bij nieuwe cliënten niet gelijk over. Kijk goed naar wat cliënten zelf kunnen.
  • Blijf de cliënt positief benaderen.
  • Benoem de doelen en waar je samen met de cliënt naartoe werkt. Ook als het even moeilijk wordt.
  • Kijk naar hulpmiddelen en wat de partner of het netwerk kan (leren te) doen.
  • Laat altijd een fysiotherapeut of ergotherapeut meekijken naar wat de cliënt nog kan. Zij hebben een andere kijk en kunnen meedenken over bijvoorbeeld aanpassingen in huis.

Lees ook de andere verhalen uit deze reeks

Dit interview is het tiende verhaal uit de portretreeks Reablement. Lees ook het negende verhaal uit deze reeks:

Werkdruk is er juist omdat we veel overnemen!

Deel deze pagina via: