Naar hoofdinhoud Naar footer

Zorg aanbieden bij de cliënt thuis: wat betekent dat voor mijn vastgoed?

Gepubliceerd op: 21-11-2023

Terwijl door de vergrijzing de vraag naar ouderenzorg zal toenemen, komen er geen extra plekken in de verpleeghuizen. Die extra vraag moet dus thuis worden opgevangen. De opdracht van de overheid is dan ook: tot 2030 moeten er 290.000 woningen komen speciaal voor ouderen (nultreden- en geclusterde woningen en verpleegzorgplekken). Wat is de rol van zorgorganisaties in deze transitie? Adviesorganisatie AAG zet in haar whitepaper Vastgoed de kansen en uitdagingen op een rij.

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft het over ‘de juiste zorg op de juiste plek’. En die juiste plek zal steeds vaker thuis zijn. Maar wat is ’thuis’ dan? Volgens AAG is het voor zorgorganisaties belangrijk dat zij nu al nadenken over een andere definitie van thuis: een andere conceptuele benadering van woonvormen die we nu kennen.

Welke kansen liggen er voor zorgorganisaties en hoe verzilver je die?

Die zoektocht naar het ‘nieuwe thuis’ voor de ouderen van morgen is een extra uitdaging voor zorgorganisatie door de dubbele vergrijzing. Toch biedt de opdracht ook kansen. Maar hoe benut je die? AAG zet er een aantal op een rij.

Woonvormen met een sociaal karakter

Wat is de ideale woonvorm om het gat tussen thuis en verpleeghuis op te vullen? De antwoorden zijn heel divers, maar het sociale karakter komt steeds weer naar voren. Net als de noodzaak van het inzetten op verbondenheid van de bewoners met elkaar.

Succesfactoren:

  1. Sociale cohesie: niet alleen op complexniveau, maar ook op wijkniveau moet een ontmoetingsruimte een spilfunctie hebben. Maar liefst 56% van de mensen ouder dan 75 zegt zich wel eens eenzaam te voelen. Een zinvolle besteding van de dag in een ontmoetingsruimte die de wijk verbindt, levert een belangrijke bijdrage aan het mentaal welzijn van deze groep mensen.
  2. Fysieke ruimte: sfeer en beleving zijn vaak nog belangrijker als succesfactor dan de functionaliteit van een ruimte. Een zichtbare ligging en zo min mogelijk drempels (letterlijk en figuurlijk) zijn belangrijk voor de toegankelijkheid en open karakter van de ruimte.
  3. Proces van totstandkoming: niet alleen het resultaat telt. De totstandkoming van een gebruikersruimte kan een stevig fundament leggen voor de verbondenheid van toekomstige gebruikers. Het is daarom belangrijk goed te luisteren naar betrokken partijen.
  4. Het gebruik: het aanbod van activiteiten is heel belangrijk. Vaak is er wel een strak omlijnd programma. Maar wie heeft dat bedacht? Is het wat bewoners/gebruikers willen? Houd daarbij ook rekening met het aanbod dat er al is in de wijk.

Over de rapportageserie ‘Het huwelijk van wonen, zorg en welzijn’

Adviesorganisatie AAG voerde voor het ministerie van VWS al eerder een onderzoek uit naar de effecten van het overheidsbeleid op het scheiden van wonen en zorg. Dit resultaat heeft AAG opgetekend in vijf whitepapers waarvan Vastgoed deel 4 is.

Hoe verleid je de doelgroep om langer thuis te wonen?

AAG interviewde Johan Osté, adviseur strategie bij de Haagse woningcorporatie Staedion. ‘Voor mensen met (toekomstige) zorgvragen zijn toegankelijke woningen vaak een eerste vereiste.’ Die woningen zijn er volgens Osté wel al, maar worden nu vaak niet bewoond door de doelgroep. Om die woning wel toe te laten komen aan de mensen met een zorgvraag zijn er 4 actielijnen:

  1. Passend wonen in bestaande voorraad: bestaande woningen toegankelijk maken zodat ouderen in hun eigen woning kunnen blijven.
  2. Doorstroming: ouderen die een niet toegankelijke woning hebben, krijgen voorrang en hulp van een doorstroommakelaar om naar een toegankelijke woning uit de bestaande voorraad te kunnen verhuizen.
  3. Vernieuwende zorgconcepten: Staedion ontwikkelt nieuwe woonzorgconcepten die beter aansluiten op zorgverlening als Volledig Pakket Thuis (VPT). Tot 2030 komen er 1600 nieuwe woningen bij, waarvan een deel geclusterd.
  4. Woonomgeving: om ouderen met een zorgvraag thuis te kunnen laten wonen, is ook de aanwezigheid van relevante zorgvoorzieningen belangrijk. Daarvoor zoekt Staedion ook de samenwerking op met zorg- en welzijnsorganisaties.

Loonsduinse hof: ‘alleen zijn kan nog wel, maar hoeft niet meer’

Staedion transformeerde in de Loonsduinse hof 144 kamers van het vroegere verzorgingshuis om tot 101 sociale huurwoningen. Voor bewoners is er een activiteitenruimte op de begane grond, er is een praktijk voor fysiotherapie, een medisch pedicure en een thuiszorgkantoor.

Het doel van dit project is ook om de buurt naar binnen te halen: ‘Alleen zijn kan nog wel, maar hoeft niet meer.’

Voor welke uitdagingen staan de zorgorganisaties?

Wanneer je als zorgorganisatie voor meer mensen de zorg in een thuissituatie gaat aanbieden, zijn er een aantal belangrijke overwegingen die je moet maken. De verandering van de zorg, zal ook gevolgen hebben voor het vastgoed van je organisatie. Een aantal overwegingen die AAG aanstipt zijn:

  • Ben je alleen zorgorganisatie of ook een verhuurder?
    Of je als zorgorganisatie zelf vastgoed moet verhuren (of huur je zelf van een corperatie) is een belangrijke overweging. Niet alleen de zelfredzaamheid van je doelgroep speelt daarbij een rol, maar ook zaken als omvang en expertise van je eigen organisatie.
  • Wat is de financiële impact van vastgoed?
    Op verschillende manieren hebben keuzes financiële gevolgen. Niet alleen doordat je of bekostiging of huur ontvangt (die nogal uiteen lopen). Maar de waarde van je vastgoed kan ook veranderen en wat vindt de bank daar dan van?
  • VPT: doen of niet?
    Niet alleen aan de zorgkant zijn er genoeg overwegingen om mee te nemen in de vraag of je wel of niet VPT aanbiedt. Ook als het gaat over je vastgoed, moet je als zorgorganisatie dingen meewegen. Zoals: past het wel in het bestemmingsplan? Voldoet het gebouw aan het bouwbesluit? Kan je energiekosten voor individuele huurders bemeteren?
  • Veiligheid
    Als eigenaar van een gebouw ben je verantwoordelijk voor zaken als brandveiligheid en legionellapreventie. Maar als de cliënt eigenaar is van de woning en niet meer in staat is om dit goed te regelen, moet er iets worden geregeld. Hoe je dit doet, is nog niet heel goed vastgelegd. Of is er misschien sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid omdat cliënten wonen in een gebouw van een corporatie?

Neem je VPT mee in het strategisch huisvestings- of vastgoedplan?

Voor AAG is het antwoord heel helder. ‘Langer thuis en vooral VPT als zorgaanbod en de bijbehorende vastgoedvraagstukken, zullen strategisch met de intramurale voorzieningen, ontmoetingsruimtes, kantoorplekken en het overige vastgoed in verhouding en met elkaar in verband moeten worden gebracht. Alleen zo zijn de risico’s op waarde te schatten en is een koers in te zetten, met een stevige financiële onderbouwing.’

Meer weten?

Ga naar

AAG

Whitepaper Vastgoed

Deel deze pagina via:

Soort

Whitepaper