Naar hoofdinhoud Naar footer

Regiopartners aangehaakt bij zorgpaden aanpak Ouderenzorg 8.0

Cicero Zorggroep in Zuid-Limburg is in 2021 gestart met een gerichte aanpak, waarbij een deel van de ouderen die nieuw in het verpleeghuis worden opgenomen na een paar weken weer naar huis kunnen. En daar nog een tijd zelfstandig kunnen wonen. De aanpak die ‘Ouderenzorg 8.0’ genoemd wordt, komt nu in een stroomversnelling met steun van huisartsen, thuiszorg en collega-ouderenorganisaties in de regio. Er is landelijke belangstelling voor.

Nathalie Labrouche, directeur innovatie en organisatieontwikkeling bij Cicero Zorggroep: ‘We hebben al verschillende webinars gegeven om uitleg te geven over de nieuwe aanpak.’ Nathalie legt uit hoe de samenwerking met regiopartners rondom de aanpak is ingericht en hoe de analyse van cliëntgroepen plaatsvindt met een instroomonderzoek.

Interviewserie Ouderenzorg 8.0

In deel 1 van deze serie over Ouderenzorg 8.0 bij Cicero Zorggroep vertelde bestuurder Kina Koster over de achterliggende visie, de ontwikkeling en de doelstelling van de aanpak. In deel 2 vertellen Hub Reubzaet en zijn vrouw – en mantelzorger – Johanna hoe zij de aanpak van Cicero hebben ervaren.

Lees deel 1: Ouderenzorg 8.0 bij Cicero Zorggroep: 30% cliënten na opname weer thuis.

Lees deel 2: Ouderenzorg 8.0 in de praktijk: Hub woont weer thuis

Een solide systeem van vroegsignalering en intensieve begeleiding van de mantelzorgers voorafgaand aan een korte periode van opname in het verpleeghuis en een Cicero-team dat op deze nieuwe taak berekend is. Met sterk stijgende personeelstekorten en een snel groeiende vraag naar zorg is dat een mooie ontwikkeling.

De ambitie: 30% van de mensen die normaal gesproken als nieuwe cliënten het verpleeghuis in zouden stromen, een ander traject aanbieden dat gericht is op zorg aan huis.

Twee zorgpaden

Nathalie Labrouche: ‘Het gaat bij Ouderenzorg 8.0 om twee zorgpaden. Eén groep die door een kortdurend intensief behandel- en begeleidingsprogramma aan huis van cliënt en mantelzorger niet of voorlopig niet naar het verpleeghuis hoeft. En een groep die vanuit de thuissituatie tijdelijk wordt opgenomen en na een soortgelijk programma voor cliënt en de mantelzorger na een paar weken weer naar huis gaat.’

Kortdurende intensieve behandeling van met name de fysiotherapeut en de ergotherapeut en/of gedragsconsulent staat bij die tijdelijke opname centraal. Maar  intensieve begeleiding van mantelzorgers is tijdens de korte klinische periode ook van groot belang. Want die mantelzorgers zijn na ontslag van hun naaste de spil van de verdere zorg thuis. De handige en verstandige inzet van en het oefenen met technologie maakt ook onderdeel uit van het programma.

Cicero Zorggroep stemt de zorgpaden van Ouderenzorg 8.0 onder andere af met huisartsen en de  Limburgse collega-zorgorganisaties Sevagram en Zuyderland Care. Labrouche: ‘Sevagram en Zuyderland Care zijn in april aangehaakt. Zij hebben ook capaciteit vrijgemaakt voor kortdurende klinische interventies.’

Talkshow Verpleeghuiszorg nu en in de toekomst

Door de vergrijzing en de personeelskrapte staan we voor een grote uitdaging om de ouderen- en verpleeghuiszorg voor latere generaties te garanderen. Dit vraagt om een creatieve kijk op de rol van het verpleeghuis. De aanpak van Cicero is één van de mogelijkheden. Op ons congres op 4 juli 2022 is dit onderwerp van de talkshow waarin Nathalie Labrouche, directeur Innovatie & Organisatieontwikkeling Cicero aan tafel zit met:

  • Jarcine Spaander, bestuurder King Arthur Groep
  • Anja Laeven, voorzitter Raad van Ouderen
  • Linda van Hooijdonk, zorgmedewerker en diginurse bij Surplus

Bekijk het congresprogramma

Instroom-onderzoek

Cicero Zorggroep is op dit moment ook druk doende met de analyse van de cliënten die gebruikmaken of gebruik gaan maken van Ouderenzorg 8.0. Wat werkenderwijs in kaart wordt gebracht, is de precieze afbakening van de cliënten die voor deze aanpak in aanmerking kunnen komen. Dat gebeurt met het zogeheten instroomonderzoek. Dat richt zicht op drie elementen:

  • Hoe organiseer je de vroegsignalering en niet-pluis signalen? De huisarts en de praktijkondersteuner spelen hierbij een belangrijke rol.
  • Voor welke categorieën cliënten is deze aanpak zinvol?
  • Welke cliënten zijn zo risicovol dat ze niet met Ouderenzorg 8.0 geholpen kunnen worden? En wat zijn eventueel alternatieven?

Nathalie Labrouche: ‘Als we de antwoorden op deze vragen hebben en weten wat de impact is op onze organisatie, onze medewerkers, mantelzorg en uiteraard op de cliënt zelf, kunnen we ook nog meer het verschil gaan maken. Overigens, de Universiteit Maastricht en de Academische Werkplaats Ouderenzorg doen op ons verzoek onderzoek naar de nieuwe vormen van kortdurende ouderenzorg.’

Andere rol mantelzorger

De aanpak Ouderenzorg 8.0 sluit mooi aan bij het rapport ‘Anders leven en zorgen – Naar een gelijkwaardig samenspel tussen naasten, vrijwilligers en beroepskrachten’ van de Raad Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Het rapport doet aanbevelingen voor een meer hybride zorgsysteem en wil daarbij het netwerk van de hulpvrager beter benutten.

‘Maak naasten en vrijwilligers volwaardig lid van het zorgteam van beroepskrachten’. Dat is een van de aanbevelingen uit dit rapport. Nathalie Labrouche: ‘Zover zijn we nog niet. Wel werken we aan laagdrempelige gesprekken met mantelzorgers om te zien hoe we als organisatie en mantelzorgers beter kunnen samenwerken. De ergotherapeut is in die gesprekken de spil. Waarbij we alle rollen van de mantelzorgers aan bod willen laten komen. Ook bereiden we een programma voor mantelzorgers voor. Daarbij horen groepsbijeenkomsten met mantelzorgers als ervaringsdeskundigen, zodat wij van hen kunnen leren. Kernvraag is: hoe ga je als mantelzorger verder als de cliënt na een opname in het verpleeghuis weer thuiskomt. Na de zomer beginnen we met dit programma.’

Financiële belemmeringen

Ouderenzorg 8.0  kan binnen zekere grenzen allemaal gefinancierd worden. ‘Maar makkelijk is dat niet,’ stelt Nathalie Labrouche. Probleem is dat veel cliënten die nog thuis wonen, nog geen Wlz-indicatie hebben en dat is ook niet altijd meteen nodig. Waar wij in het vroegsignalerende voortraject tegen een cliënt zeggen: U heeft 20 behandelingen van de fysiotherapeut nodig, zegt de zorgverzekeraar: Wij vergoeden maar 9 behandelingen.’

Ze vervolgt: ‘Wat alles complexer maakt, is dat in onze regio veel mensen wonen met beperkte verzekeringspakketten. Daardoor moeten ouderen al snel met een eigen bijdrage meebetalen aan de behandeling zolang ze nog niet onder de Wlz vallen. Wij kunnen dan vanuit het verpleeghuis van alles willen, maar huisartsen geven aan: ‘Dit wordt veel te duur voor mijn cliënten.’

Labrouche vindt dat ook de inzet van technologie in de thuiszorg van 8.0 beperkt wordt door financiële onzekerheden. ‘Voor de inzet van innoverende technologie aan huis zijn verschillende initiële fondsen beschikbaar. Maar wie betaalt als de subsidieperiode voorbij is?’

Meer weten