Naar hoofdinhoud Naar footer

Martin Holling (VWS): Concreet werk maken van ouderenhuisvesting

De opgave om woningen voor ouderen te realiseren is groot. Maar gelukkig zijn de plannen om dit daadwerkelijk te realiseren nu concreter dan ooit tevoren. Martin Holling, projectmanager ouderenzorg bij het ministerie van VWS: ‘Laat ouderen in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. En dus niet in verpleeghuizen als de zorgzwaarte niet zo hoog is. De overheid neemt verantwoordelijkheid en sturing om de woningen die voor ouderen nodig zijn te realiseren.’

Personeelstekort en woningtekort: een interessante puzzel

Martin Holling is sinds achttien jaar werkzaam bij het ministerie van VWS. In 2020 werd hij daar projectmanager ouderenzorg. ‘We wisten toen uit onderzoek dat het aantal ouderen sterk zou toenemen’, zegt hij. ‘Dus er moest voldoende zorg met verblijf beschikbaar zijn voor die groeiende groep. Het beleid beperkte zich nog vooral tot de opdracht aan de zorgkantoren: koop dat in. Maar de Tweede Kamer drong aan op meer gestructureerd overleg met de veldpartijen. Het was immers duidelijk dat extra voorzieningen voor ouderen in de Wlz moesten worden gecreëerd.’

Holling werd gevraagd om hiervoor een plan van aanpak te ontwikkelen. In samenspraak met het ministerie van BZK en in overleg met onder meer woningcorporaties en Zorgverzekeraars Nederland. ‘Die opdracht sprak mij aan’, vertelt hij. ‘Het was immers hét vraagstuk van de toekomst: waar gaan die ouderen wonen? Met daarbij natuurlijk als complicerende factor het personeelstekort in de zorg. En niet te vergeten ook het woningtekort in het land. Maar we weten dat bouwen zeven jaar in beslag neemt. Uitstel zou het probleem dus alleen maar groter maken. Dat leek me een interessante puzzel.’

Investeren in personeel en de Nationale Woon- en Bouwagenda

In 2015 had staatssecretaris Martin van Rijn de hervorming in de langdurige zorg doorgevoerd. ‘Daarbij is de keuze gemaakt de verzorgingshuizen niet meer collectief te financieren’, zegt Holling. ‘Dat waren feitelijk de oude bejaardenhuizen. Huizen met kleine kamers en slechte voorzieningen. Mensen wilden daar niet meer wonen. Als ze een lage zorgzwaarte hebben, kunnen – en willen – ze thuis blijven wonen. Daar tegenover stelde Van Rijn voor de verpleeghuizen vanuit het programma Waardigheid en trots extra geld beschikbaar. Die konden daarmee investeren in personeel.’

In het volgende kabinet kwam daar dus het onderwerp wonen bij. ‘Er kwam een intentieverklaring om voor 2030 40- tot 50.000 nieuwe woningen te bouwen voor ouderen met een Wlz-indicatie’, vertelt Holling. ‘Maar daaruit sprak vooral een ambitie. Hugo de Jonge zette als minister voor VRO de noodzakelijke vervolgstap. Hij kwam met de Nationale Woon- en Bouwagenda. Hiermee regelde hij sturing vanuit de overheid op het realiseren van die ambitie.’

Programma Wonen en Zorg voor Ouderen

En die ambitie is fors. ‘Tot en met 2030 moeten 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd’, vertelt Holling. ‘290.000 daarvan voor ouderen, waarvan 40.000 voor de meest kwetsbare ouderen. Dit sluit ook aan op mijn eigen visie hierover. Laat ouderen liefst in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. En dus niet in verpleeghuizen als de zorgzwaarte niet zo hoog is. Die visie spreekt ook uit het programma Wonen en Zorg voor Ouderen. Minister Conny Helder van langdurige zorg presenteerde dit samen met minister Hugo de Jonge in november 2022.’

Geclusterde setting van mensen met en zonder zorgvraag

Nu moeten die woningen dus daadwerkelijk gerealiseerd worden. Worden dit seniorenwoningen, geclusterde woningen, inclusieve woonomgevingen met oud en jong door elkaar? ‘Dat kan allemaal’, zegt Holling. ‘Er zijn al verschillende voorbeelden. Habion biedt huisvesting voor ouderen met en zonder zorgvraag. Met in het pand zorgaanbod en ook een gemeenschappelijke ruimte voor gezamenlijke activiteiten. In ’s-Hertogenbosch is er Wij zijn Zuiderschans

Hierin staat contact tussen bewoners, buurtbewoners en vrijwilligers centraal. Een soortgelijk initiatief is in Oss opgezet. De kern van die voorbeelden is een geclusterde setting van mensen met en zonder zorgvraag. Geen verpleeghuis dus, want dat zou de sociale functie niet versterken. Maar wel wat meer dan bijvoorbeeld een Knarrenhof, waarin een Wlz-indicatie geen rol speelt. De sociale functie, daarom gaat het in de huidige visie.’

Zorgaanbieders en woningcorporaties aan zet

Holling noemt het mooie voorbeelden. Maar hij zegt ook eerlijk dat het er nog te weinig zijn. ‘Opschalen begint met het besef op alle niveaus dat het móet gebeuren’, zegt hij. ‘De eerste stap is dat 35 woningdealregio’s zijn vastgesteld. Iedere regio weet hoeveel daarin moet worden gebouwd. De tweede stap is daarbij ook concreet werk maken van de ouderenhuisvesting. Eind dit jaar moet per regio duidelijk zijn waar wordt gebouwd en wie het gaat realiseren.’

In 2024 zou die bouw dan daadwerkelijk van start moeten gaan. ‘Dat is het spannendste moment’, zegt Holling. ‘We weten dat zorgaanbieders niet stilzitten. Die wisten al lang dat de vraag naar verblijf zou toenemen. Dus hebben zij al plannen voor de bouw van 19.000 woningen. Bijna de helft van die 40.000 voor de meest kwetsbare ouderen dus. Dat helpt. Voor de andere helft zijn de woningcorporaties de leidende partij. Die staan er ook heel positief tegenover. Ze krijgen ook de middelen tot hun beschikking om het mogelijk te maken.’

Goede voorbeelden toekomstbestendige verpleegzorg

In de Kennisbank toekomstbestendige verpleegzorg van Waardigheidentrots.nl vind je kennisdossiers op verschillende thema’s die de verpleegzorg helpen toekomstbestendig te worden. Zoals bijvoorbeeld de thema’s Technologie, Langer thuis en Informele zorg.

Middelen om woningen voor ouderen te realiseren

Wat eerder een ambitie was, is nu dus een concreet programma, concludeert Holling. ‘De overheid neemt regie op het proces’, zegt Holling. ‘Ze neemt verantwoordelijkheid en sturing om de woningen die voor ouderen nodig zijn te realiseren. Hiervoor zijn in het huidige regeerakkoord ook middelen beschikbaar gesteld. De uitgangspunten van het programma Waardigheid en trots voor de toekomst zijn verankerd in het overkoepelende programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Daarbij is nog een stap extra gezet. We sturen nu op het hele traject van zorg voor ouderen. Dat doen we al vanaf het moment dat ze de eerste ondersteuning nodig hebben.’

Meer weten

Deel deze pagina via: