Naar hoofdinhoud Naar footer

Silverein sluit aan op zorghart met toekomstvisie ouderenzorg

Na corona, een fusie en wisselende leiding hadden medewerkers bij Silverein behoefte aan een nieuw perspectief. En dan waren er ook nog de geluiden in de media: over de vergrijzing en een oplopend personeelstekort. Directeuren Esther van het Erve en Timon Dijkman beseften dat de nieuwe toekomstvisie ouderenzorg en strategie dan ook vooral moesten zorgen voor werkgeluk, werkkracht en positiviteit. En dat die breed gedragen moesten zijn. De zorgorganisatie organiseerde dialoogsessies met medewerkers, cliënten, naasten en vrijwilligers. De strategie werd aansprekend vormgegeven in een zorghart. ‘We werken vanuit: Waar hebben we als organisatie zelf invloed op? En waar we op inzetten, daarvan geloven we dat het kan.’

Silverein (onderdeel van zorggroep De Opbouw) heeft 2200 medewerkers in dienst en ongeveer 1500 vrijwilligers. De ouderenzorgorganisatie biedt onder andere thuis- en verpleegzorg. Voor een wat grotere organisatie is het formuleren van een toekomstvisie ouderenzorg en strategie niet eenvoudig. Zeker als je ook wilt dat die breed gedragen wordt en uiting krijgt in de praktijk. Hoe begin je? In ieder geval door te zorgen voor voldoende kennis, aandacht, tijd en ruimte. Om dat te borgen koos Silverein ervoor om een extern bureau in te huren.

Elementen strategische toekomstvisie ouderenzorg

strategie-silverein-ondersteuning-zorg-vanuit-het-hart.png

Een aantal elementen van de strategische toekomstvisie ouderenzorg is de inzet van technologische innovatie en het intensiever samenwerken met naasten en vrijwilligers. Voor medewerkers betekent dit van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Timon: ‘Wij geloven als Silverein heel erg in de mix van dingen en benadrukken dat ook. Een robot kan nooit alles oplossen. En evenmin kunnen vrijwilligers dat. De uitdaging is juist dat deze elementen elkaar gaan versterken.’

Ook aandacht voor wat je wilt behouden

Naast het inhuren van een bureau heeft Silverein eerst gekeken welke informatie er al beschikbaar was. Het scheelt dat je als organisatie niet alles alleen hoeft uit te vinden. Zo zijn er hele mooie en bruikbare rapporten van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Timon: ‘Verder is het ook van belang om in kaart te brengen wat je met elkaar wilt behouden. In onze vorige visie stond het belang van een waardevol leven leiden voor onze cliënten. Waardevol is meer dan gezondheid alleen. Dat wilden we met elkaar graag vasthouden.’

Toekomstvisie ouderenzorg in fases

Daarnaast werkt het goed om fases te formuleren. En te kijken in welke fase wie betrokken moet worden. Timon: ‘In sommige fases is dat een vertegenwoordiging van cliënten en naasten. In een andere fase kan het weer om externe stakeholders gaan. Met alle betrokkenen hebben we steeds dialoogsessies gehouden, of gebruik gemaakt van een digitale enquête. Steeds is daar ook een terugkoppeling in geweest. Zo van: “Dit is jullie input en dit hebben we ermee gedaan.” Zo blijft iedereen ook gemotiveerd om mee te denken.’

Theatervoorstelling ‘Mag ik je kussen’

De eerste fase is om te werken aan bewustwording over het waarom. Esther: ‘Daar heeft de indringende theatervoorstelling ‘Mag ik je kussen?’, een initiatief van Stichting A+O VVT met steun van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), ons heel erg bij geholpen. Hierin komen allerlei dilemma’s en vraagstukken naar voren vanuit verschillende perspectieven. Bijvoorbeeld een vader die gewassen moet worden door een dochter die dan uitroept: “Maar pa, ik ben je dochter!” We hebben alle vrijwilligers en medewerkers hiervoor uitgenodigd. Als organisatie betaal je alleen de verletkosten, versnaperingen en eventuele reiskosten. Bij ons hebben 600 medewerkers deze voorstelling gevolgd. Daarna hebben we gesprekken gefaciliteerd. Zodat medewerkers ook hun hart konden luchten en hun gedachtes en ideeën kwijt konden. Dat heeft heel veel input opgeleverd.’

YouTube video thumbnail

Vrijwilligers zijn ook medewerkers

In de strategie van Silverein komt het belang naar voren om vrijwilligers als gelijkwaardige collega’s te zien. Zo worden vrijwilligers in de strategie nu vrijwillige medewerkers genoemd. Het intensiever samenwerken met vrijwilligers vraagt om een andere organisatie. Esther: ‘We willen dat vrijwilligers zich welkom voelen en echt gezien worden als collega. Ook moeten vrijwilligers dezelfde opleidingen als medewerkers kunnen volgen als die voor hen relevant zijn.’

Timon: ‘We merken ook dat mensen een stukje houvast zoeken. Hoe zit het bijvoorbeeld met aansprakelijkheid bij een vrijwilliger als een bewoner valt en diens heup breekt? Of privacy: Wat mag een vrijwilliger wel of niet weten van een bewoner? Over die nieuwe verdelingen van verantwoordelijkheden bestaat best wel wat behulpzame informatie. Bijvoorbeeld in het gepubliceerde advies ‘Anders leven en zorgen’ van De Raad voor de Volksgezondheid & Samenleving.’

Samenwerken met naasten

Ook van naasten zal er meer gevraagd gaan worden. Esther: ‘Dat vraagt van medewerkers om goed het gesprek aan te gaan over verwachtingen. Als mantelzorgers 3 keer per week langskomen gaan we vragen of ze dit willen blijven doen. We willen naasten verleiden om dit goed in te kunnen blijven vullen. Dit gaat wel wat vragen van gesprekstechnieken van medewerkers. Zowel om naasten aan te spreken, als uit te nodigen.’

Inzetten op werkgeluk

In de dialoogsessies kwam soms ook weerstand naar voren. Timon: ‘Dat is ook welkom en hoort bij het proces. We benadrukken in ieder geval dat medewerkers niet hoeven te vrezen voor hun baan als vrijwilligers en naasten meer gaan doen. We communiceren over wat dit oplevert voor werkgeluk. Het is nou eenmaal leuker om samen met verwanten en vrijwilligers het werk haalbaar te maken, dan continu van een naaste te horen dat je tekortschiet.’

Strategie als zorghart in beeld

Esther: ‘We benadrukken dat iedereen bij ons van waarde is. In onze communicatie sluiten we aan bij het zorghart. Want dat is waar de meeste motivatie zit. Wat heel goed werkt, is om dat niet in een publicatie te delen, maar echt te laten zien. Wij maken gebruik van een bord waar de strategie als zorghart opstaat. Daar gaat vrijwel iedereen op aan. De term zorghart begrijpt iedereen ook direct en een plaatje blijft veel beter hangen.’

Groepsapp met naasten en vrijwilligers

De input uit dialoogsessies levert waardevolle input op: Timon: ‘Bijvoorbeeld het idee van een groepsapp waar naasten, vrijwilligers en medewerkers aan kunnen deelnemen. Daar kan je dan een oproepje in plaatsen zoals: “We hebben 5 mensen nodig om rolstoelen te duwen bij een uitje. Wie zou dat willen doen?” Aan ons als directie is het dan om te kijken naar een toepassing die goed werkt en randvoorwaardelijk in orde is qua privacy.’

Vervolgstappen

Esther: ‘We zitten nu echt vooral nog in de fase van bewustwording en het communiceren van het waarom. Maar in onze volgende stappen willen we invulling gaan geven aan de strategie. Hoe gaan we bijvoorbeeld de zorg inrichten in de samenwerking met vrijwilligers en naasten? Hoe gaan we een ander intakegesprek organiseren met elkaar? Als ik tot slot één advies mag geven aan andere organisaties is het vooral om zo’n proces positief en niet vanuit de dreigende omstandigheden aan te gaan.’

Meer weten?