Inspectie ziet positieve ontwikkeling in kwaliteit verpleeghuizen

Op de dag van het congres Thuis in het verpleeghuis, 1 juli in Amsterdam, publiceerde de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd de eerste resultaten van de bezoeken die ze aan verpleeghuizen brengt sinds de inwerkingtreding van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. En die eerste resultaten zijn positief, vertelde coördinerend inspecteur Charlotte de Winter tijdens de sessie De Inspectie over sectorbreed toezicht in de verpleeghuissector.

‘Ons inspectiebezoek aan de verpleeghuizen is sinds die tijd niet meer risicogericht’, vertelde ze. ‘We kijken tijdens onze bezoeken nu naar drie thema’s, gebruikmakend van een toetsingskader dat op het kwaliteitskader gebaseerd is: de mate waarin persoonsgerichte zorg wordt geleverd, de vraag of er voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel is en de sturing op kwaliteit en veiligheid. Natuurlijk keken we altijd al naar in hoeverre persoonsgerichte zorg wordt gekeken, maar dat heeft nu veel meer focus gekregen.’

Behoeften van de cliënt leidend

De eerste resultaten zijn zoals gesteld positief. Cliënten ervaren in ongeveer driekwart van de verpleeghuizen nabijheid, geborgenheid, vertrouwen, begrip en respect van zorgmedewerkers. De zorg wordt georganiseerd rondom de behoeften van de cliënt. Bij het thema persoonsgerichte zorg blijkt dat bij de meeste zorgorganisaties de zorgmedewerkers de cliënten en hun wensen en behoeften kennen. Ruim twee derde van de organisaties laat de cliënt zelf waar mogelijk de regie voeren over zijn leven en welbevinden.

‘Er is echt sprake van een mindshift’, zei De Winter. ‘Vroeger werd je ergens opgenomen en was je bijna gast. Nu kom je ergens wonen en zijn de medewerkers de gasten.’

Bij het thema zorgmedewerkers blijkt dat zij in iets meer dan de helft van de organisaties een voldoende professionele afweging maken over welke zorg nodig is. Bij ongeveer een derde van de organisaties werken zorgmedewerkers methodisch. En ruim de helft van de organisaties zorgt ervoor dat voldoende deskundige zorgmedewerkers beschikbaar zijn. De Winter: ‘Het is een misverstand dat wij als Inspectie van medewerkers wensen dat zij risico’s uitbannen. We zien juist graag dat ze goed afgewogen beslissingen nemen over wat wel en niet goed is voor cliënten. Dat veel medewerkers dit nog moeilijk vinden, heeft te maken met hun niveau en met de complexiteit van de zorgvraag. Maar het heeft ook te maken met de vraag of methodisch wordt gewerkt.’ Dat blijkt dus nog maar beperkt het geval te zijn.

Bij het derde thema, kwaliteit en veiligheid, concludeert de Inspectie dat iets meer dan de helft van de zorgorganisaties systematisch de kwaliteit van de zorg bewaakt, beheerst en verbetert. Bijna driekwart schept de voorwaarden voor een cultuur die gericht is op leren en verbeteren. ‘We verwachten dat de bestuurder hierin het voortouw neemt’, zei De Winter. ‘Er ligt nog een opgave om de kwaliteit systematisch te verbeteren.’

workshop Charlotte de Winter TIHV19

Onafhankelijk

De Inspectie heeft de bedoeling om de komende jaren alle organisaties te bezoeken die verpleeghuiszorg bieden. Bij grootschalige aanbieders kan ze ervoor kiezen meerdere locaties te bezoeken. ‘Niet per se de slechtst functionerende’, vertelde De Winter, ‘want het is niet nodig om te beoordelen wat de bestuurder zelf ook al weet. Soms kiezen we dus ook juist voor een locatie die de bestuurder als heel goed bestempelt.’ Bij de beoordeling waartoe de Inspectie op grond van haar bezoek komt, is de visie van de familie op de kwaliteit van de geleverde zorg heel belangrijk. ‘Dat contact is waardevol voor ons’, zei De Winter, ‘we staan aan dezelfde kant.’

In antwoord op de vraag hoe de bevindingen van de Inspectie en het zorgkantoor zich tot elkaar verhouden, zei De Winter dat er in principe geen contact is. De Inspectie beschikt vanuit haar toezichthoudende rol over informatie die ze niet mag delen. Een andere vraagsteller wilde weten in hoeverre de Inspectie effectief kan rapporteren over een verpleeghuis op basis van een bezoek van één dag, en of het mogelijk is om een rapport te laten aanpassen als een verpleeghuis hard kan maken dat een daarin opgenomen bevinding niet correct is. ‘We gaan wel in discussie als een bestuurder dit van ons vraagt’, antwoordde De Winter. ‘Maar onze rapporten moeten van ons blijven, want anders zouden we onze onafhankelijkheid verliezen.’ Het beeld dat de Inspectie in haar rapportage alleen uitgaat van dat eendaagse bezoek, klopt trouwens niet, stelde ze. Voorafgaand aan een bezoek doet de Inspectie altijd voorwerk door de jaarrapportage, het kwaliteitsplan en de beoordelingen op ZorgkaartNederland te bestuderen. De informatie die dit oplevert, vindt ook zijn weg naar het rapport dat ze na haar bezoek schrijft.

Verslag door: Frank van Wijck

Meer weten

Geplaatst op: 2 juli 2019
Laatst gewijzigd op: 29 augustus 2022