Naar hoofdinhoud Naar footer

Een lerend netwerk in 5 stappen

Gepubliceerd op: 04-06-2020

Laatst bijgewerkt op: 08-03-2023

Een lerend netwerk in 5 stappen

Wil je samen leren, ontwikkelen en inspiratie opdoen? Of heb je een vraag waar je alleen niet uitkomt? Vorm dan met collega’s van andere verpleeghuizen een lerend netwerk. Maar hoe doe je dat? Die vraag krijgt onze netwerkmanager regelmatig. Een lerend netwerk opzetten kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door dit stappenplan te volgen.

Stap 1: Bedenk waarom je een lerend netwerk wil vormen

Bedenk eerst waarom je een lerend netwerk wil vormen. Welke vragen heb je? Wat wil je leren? Waar kunnen anderen jou mee helpen? En wat kan jij anderen leren? Wat verwacht je van een lerend netwerk? Voorbeelden:

  • ‘Ik ben kwaliteitsverpleegkundige en ben benieuwd hoe andere organisaties werken met aandachtsvelders. Of met een MIC-commissie.’
  • ‘Ik ben bestuurder en wil graag ervaringen en dilemma’s delen met andere bestuurders.’
  • ‘Ik heb als teamleider de opdracht om zelforganisatie te ontwikkelen en wil graag leren van organisaties die hier al langer mee bezig zijn.’

Stap 2: Bepaal met wie je een lerend netwerk wil vormen

Bedenk wie je graag in het lerend netwerk wil hebben. Wie kan jou verder helpen? Wil je sparren met collega’s die dezelfde functie hebben als jij? Of ben je juist op zoek naar een frisse blik van iemand buiten de sector? Zoek je gelijkstemde organisaties, groot of klein, in de regio of juist ver weg?

Stap 3: Nodig mensen uit voor een eerste bijeenkomst

Je weet nu waarom je een lerend netwerk wil vormen en met wie. Dan is de volgende vraag: heb je de juiste contacten? Zo ja, nodig deze mensen uit voor een eerste bijeenkomst. Heb je de contacten niet? Schakel dan je persoonlijke netwerk in. Vraag of zij de juiste mensen kennen en jou in contact kunnen brengen. De ervaring leert dat persoonlijk contact goed werkt, ook als dit via via gaat. Je kunt je vraag en oproep ook op social media plaatsen. Lukt het niet om deelnemers te vinden? Neem dan contact met ons op. Misschien hebben wij de juiste mensen in ons eigen netwerk.

Klein beginnen is prima: 3 of 4 deelnemers van 3 verschillende organisaties zijn voldoende voor een eerste bijeenkomst. Spreek af dat elke deelnemer voor een volgende bijeenkomst iemand uit zijn eigen persoonlijke netwerk uitnodigt. Dan ben je al snel met meer organisaties. Onze ervaring is dat een netwerk met 5 tot 7 organisaties prima werkt.

Digitaal bijeenkomen

Natuurlijk is het leuker om elkaar in levende lijven te ontmoeten, maar digitaal is een prima alternatief. Hiervoor zijn verschillende tools, waarvan Skype de bekendste is. Andere mogelijkheden zijn WherebyZoom en Microsoft Teams. In WhatsApp kun je tegenwoordig met 4 personen tegelijk beeldbellen, misschien handig als je netwerk net begint. Of vraag je ICT-collega’s. Zij kunnen ook meebepalen of jouw voorkeurstool de privacy voldoende borgt.

Stap 4: Organiseer de eerste bijeenkomst

Je hebt deelnemers gevonden en uitgenodigd. Het is leuk om de eerste bijeenkomst bij je eigen organisatie te doen, als gastheer of -vrouw. Zorg dan voor wat lekkers bij de thee en koffie. Gezelligheid is ook belangrijk! Maar online afspreken kan natuurlijk ook (zie Digitaal bijeenkomen). Voor deze eerste bijeenkomst is 1,5 uur meestal voldoende. De agenda kan er zo uitzien:

  • Kennismakingsrondje
  • Welke verwachtingen zijn er van het netwerk? (gebruik stap 1 en stap 2)
  • Inventarisatierondje. Vraag aan elke deelnemer:
    • Wat kom je brengen? Waar ben je trots op? Waar ben je goed in? Wat ben je aan het ontwikkelen?
    • Wat kom je halen? Waar worstel je mee? Waar loop je tegenaan of in vast? Wat wil je leren? Waar wil je mee aan de slag?

Inventariseer welke thema’s jullie als eerste oppakken. En bespreek welke vorm het netwerk aanneemt: de samenstelling van de groep, de frequentie, de voorbereiding. Schrijf dit bijvoorbeeld op een grote flap.

Plan een nieuwe datum

Willen voldoende deelnemers verder met het lerend netwerk? Prik dan aan het eind van de bijeenkomst met elkaar een nieuwe datum. Spreek ook af welk thema jullie dan bespreken en welk tweetal de bijeenkomst voorbereidt. Trek voor deze bijeenkomst 2,5 uur uit. Dan is er voldoende tijd voor inhoud én informeel contact.

3 kenmerken van een lerend netwerk

  • Jullie hebben een gezamenlijk thema of vraagstuk (gedeelde urgentie).
  • Jullie hebben een klik.
  • Jullie hebben duidelijke afspraken over de organisatie van het netwerk.

Stap 5: Denk na over het vervolg

Je kunt op verschillende manieren samenwerken in een lerend netwerk. Ontmoetingen kunnen zowel fysiek als digitaal plaatsvinden. Voorbeelden zijn:

  • Je ontmoet elkaar 3 of 4 keer per jaar. Elke bijeenkomst heeft een thema. De bijeenkomst is per toerbeurt bij een andere organisatie, die ook het programma voorbereidt. De deelnemers wisselen ervaringen uit over het thema, leren van elkaar en doen inspiratie op.
  • Je ziet elkaar 10 keer per jaar. Dan is het lerend netwerk meer een werkgroep. Deelnemers ontwikkelen beleid met elkaar, richten werkprocessen in en verbeteren deze.
  • Je kiest voor intervisie. Het kan fijn zijn om dit buiten de eigen organisaties te doen.

Gun het lerend netwerk 2 of 3 bijeenkomsten voordat je beslist of het aan de verwachtingen voldoet. Die tijd heb je echt nodig om elkaar te leren kennen en zicht te krijgen op elkaars organisatie. Met de eerste bijeenkomsten leg je de basis. Daarna kun je meer gaan verdiepen met elkaar.

Verander en stop op tijd

Het kan gebeuren dat na verloop van de tijd de energie uit de groep verdwijnt. Herijk dan met elkaar het doel van jullie samenkomst. Zit je nog op één lijn? Verander dan bijvoorbeeld de samenstelling. Of bepaal het doel opnieuw. Of pas de vorm van samenkomen aan. Soms is het ook gewoon goed om (tijdelijk) te stoppen. Netwerken komen en gaan.

10 tips voor lerende netwerken

  1. Wees niet te bescheiden met het delen van goede voorbeelden. Iedereen heeft deze!
  2. Deel ook je dilemma’s en zoektochten. Daar leer je veel van met elkaar.
  3. Spreek af dat je onderling documenten deelt. Beter goed gejat, dan slecht bedacht.
  4. Zorg met elkaar voor een balans in halen en brengen. Dit geldt voor iedere deelnemer. Maak dit bespreekbaar!
  5. Breng variatie in de bijeenkomsten. Gebruik verschillende werkvormen.
  6. Maak resultaten zichtbaar. Presenteer de resultaten bijvoorbeeld aan de cliëntenraad of in een teamoverleg.
  7. Maak afspraken over de procesbegeleiding. Laat dit bijvoorbeeld rouleren onder de deelnemers.
  8. Zorg voor een procesbegeleider die de bijeenkomst stroomlijnt en concrete resultaten formuleert.
  9. Herijk regelmatig, dus: hoe zit iedereen erin en het managen van verwachtingen zorgt ervoor dat mensen aangehaakt blijven.
  10. Maak het gezellig. Een goede sfeer is heel belangrijk.

Meer weten over netwerken?

Deel deze pagina via:

Soort

Achtergrond