Zuster Inge: ‘Een lieve vrouw met een gebruiksaanwijzing’

Rubriek Anekdotes van Zuster Inge
Sinds 2011 werkt Zuster Inge in een verpleeghuis voor (onder andere) mensen met dementie. Ze schrijft haar ontroerende, grappige en mooie momenten op onder de naam: Anekdotes van Zuster Inge. Dit keer vertelt ze over een bewoner met een gebruikersaanwijzing die een nogal verrassende streek uithaalt.
Ze zag mij en haar handen vlogen in de lucht en een grote glimlach kwam tevoorschijn. Het was duidelijk dat ze blij was om mij te zien. Fijn, mijn dienst begint goed. Ik zal haar hier in dit verhaal Betsie noemen.
Nu had ik het verpest
Toen we na het avondeten koffie gingen drinken gaf ik haar een zachte custardkoek, ze heeft namelijk snel last van verslikken. Ik gaf de koek op een schoteltje met een vorkje erbij. ‘Dat hoef ik niet hoor,’ zei ze, ‘ik kan het zo ook wel eten.’ ‘Ja dat weet ik,’ zei ik, ‘alleen neem dan alsjeblieft kleine hapjes, straks verslikt u zich.’ Ze keek me boos aan en gaf de koek terug. ‘Ga maar weg zuster, dan hoef ik het niet.’ Betsie is een lieve vrouw met een behoorlijke gebruiksaanwijzing. En meestal heb ik wel ingang, maar nu had ik het echt verpest. Ze was boos op mij.
Vanuit de keuken keek ik haar af en toe aan en glimlachte dan, maar ik kreeg geen enkele glimlach terug, haar mond was als een kaarsrechte streep en haar ogen schoten vuur. Ik denk dat mijn collega haar beter naar bed kan helpen straks. Ik vrees dat ik het deze avond heb verprutst. Maar niets was minder waar.
Miscommunicatie
Op een gegeven moment keek Betsie mij aan en ik zag aan haar dat ze graag naar bed wilde. Ik liep naar haar toe en vroeg of ze wilde dat ik haar naar bed zou helpen. ‘Graag zuster, wil je dat doen?’ Halverwege de gang pakt ze mijn hand en vroeg iets aan mij. Ik verstond het niet en vroeg wat ze zei. Ik verstond het weer niet en zei: ‘nog niet’. ‘Oh meisie, wat ben ik daar blij om.’ ze gaf me een kus op mijn hand en langzaam liepen we weer door naar de badkamer. Ik had geen idee wat ze had gevraagd, maar ik had het goede antwoord gegeven.
Geen pindasaus
Toen ze klaar was op toilet stond ik klaar met een vochtig washandje om af te vegen. Maar ze wilde het eerst zelf doen met een papiertje. Ze had een schone pon aangekregen en een schone incontinentie mat, maar ik zag dat er toch wat spoortjes op terecht waren gekomen en dit was niet van de pindasaus, want die hadden we niet op het menu staan die avond. Ze had dus een beetje zitten smeren terwijl ik wat aan het pakken was.
Aandringen heeft geen zin
Toen ik klaar was met afvegen probeerde ik nog of ze haar handen wilde wassen. Maar dit was ook niet nodig en aandringen heeft bij deze dame geen zin als je het gezellig wilt houden! Achteraf had ik haar natuurlijk beter een vochtig washandje kunnen geven, maar ik wilde graag dat ze haar handen zou wassen. Helaas, fout ingeschat dus.
Oké, ik had nog een kans. Als ze haar gebit moest poetsen zou ze ook gelijk haar handen wassen. Op haar kamer aangekomen, vroeg ik of ze haar gebit wilde poetsen. Nou, die blik in haar ogen zei genoeg. Daar was ze nu toch eigenlijk wel veel te moe voor. Ze wilde ze wel voor mij in het bakje doen.
‘Ons kent ons’
Ze had haar tanden uitgedaan en pakte vliegensvlug de mouw van mijn blouse en veegde haar handen af, Verschrikt keek ik haar aan, wetende dat datgene wat ik wilde afwassen op mijn blouse was beland. ‘Ach, zegt ze met een mummelmondje, ons kent ons hé.’
Meer weten
- Lees alle Anekdotes van Zuster Inge
- Lees ook: ‘Zuster Inge: rozengeur of toch niet?’
- Volg Zuster Inge en haar anekdotes op haar Facebookpagina
Geplaatst op: 30 september 2020
Laatst gewijzigd op: 2 oktober 2020