Wensen en behoeftes in kaart brengen door welzijnscoaches

Sinds 2017 zijn Janine Verheggen en Yves Vanderbooren werkzaam als welzijnscoach bij Cicero Zorggroep. Deze functienaam heeft in de zorgsector diverse betekenissen, maar de manier waarop de functie bij Cicero wordt uitgevoerd is uniek. Vanuit hun achtergronden in muziektherapie en dramatherapie ontwikkelden Janine en Yves een methodiek die hen én de bewoner helpt om wensen en behoeftes in kaart te brengen.

De primaire taak van de welzijnscoach is de individuele wensen en behoeftes op het gebied van daginvulling van de bewoner te achterhalen. Dat lijkt niet zo moeilijk want dat kun je toch gewoon vragen?  Maar sommige bewoners kunnen zich lastig verbaal uiten over wat zij graag zouden willen. Wanneer de medewerker welzijn en zorgmedewerkers van Cicero niet meer achter die specifieke wensen en behoeften konden komen, bleven die wensen en behoeftes tot voor kort onbeantwoord.  Om toch aan die wensen en behoeftes op het gebied van welzijn te kunnen voldoen richtte Cicero een nieuwe functie in: de welzijnscoach. Deze wordt ingevuld vanuit diverse thema’s, bijvoorbeeld muziek, drama of dans. De invulling van de functies van welzijnscoaches Yves en Janine is daar een goed voorbeeld van.

Pilot als welzijnscoaches

Toen Janine en Yves in 2017 startten, ging het om een pilot van een jaar onder begeleiding van de productmanager welzijn. Bij aanvang van die pilotfase hebben Janine en Yves eerst een plan ontwikkeld met daarin de beschrijving van werkwijze en methodiek om hun werkzaamheden vorm te kunnen geven. Vanuit hun achtergrond (beide zijn afgestudeerd als vaktherapeut) hebben Janine, vanuit muziektherapie en Yves, vanuit dramatherapie een methodiek ontwikkeld die hen én de bewoner helpt om wensen en behoeftes in kaart te brengen. Zo wordt er vanuit muziek gebruik gemaakt van onder andere bestaande liederen, improvisatie, klank en ritme. Vanuit drama wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van verhalen, reminiscentie (oproepen van herinneringen aan verwerkte ervaringen), visuele prikkeling en poppenspel.

Hoe werkt het?

  • De zorgmanager of medewerker welzijn kan een aanvraag voor een cliënt indienen.
  • Hierop start een reeks contactmomenten van de welzijnscoach met de bewoner. In deze contactmomenten worden werkvormen uit de hierboven vermelde methodiek toegepast om de wensen en behoeftes te achterhalen.
  • Wanneer de wensen en behoeftes zijn achterhaald wordt er een ‘passend aanbod’ gemaakt met daarin wat deze bewoner graag zou willen doen en wat zijn of haar behoeftes zijn. In dit aanbod wordt uitgelegd hoe de medewerker welzijn en zorgmedewerkers hiermee aan de slag kunnen.
Yves vertelt over een van zijn ervaringen: ‘Het mooie van dit werk is, dat je sámen met de bewoner op zoektocht mag. Vaak kom je dan bijzondere dingen te weten over die bewoner en kan een bewoner jou ontzettend verrassen. Zo heb ik gewerkt met een bewoner die diende bij het regiment Stoottroepen en nog bomvol verhalen zat die hij ontzettend goed kon vertellen. Toen ik liet zien dat hij op een website stond met foto’s van die tijd, viel zijn mond open van verbazing.’

Welzijnscoach is definitieve functie 

Eind 2018 is de functie positief geëvalueerd met als resultaat dat de pilotfase werd beëindigd en de functie ‘definitief’ werd. Bovendien werd er door de succesvolle inzet van de welzijnscoach ook gezocht naar uitbreiding. Vanwege het specifieke profiel was het niet gemakkelijk om nieuwe collega’s te werven. Maar inmiddels is het team aangevuld met drie nieuwe collega’s, waaronder een welzijnscoach met de achtergrond dans en beweging. Per locatie zijn twee vaste welzijnscoaches werkzaam, zodat er zowel een coach met de achtergrond drama als een met achtergrond muziek is. Dit zorgt voor herkenbaarheid en meer verbinding met de andere medewerkers, waardoor er effectiever gewerkt kan worden. De welzijnscoach met de achtergrond dans en beweging is op alle locaties werkzaam.

Observaties naar het welzijn

Sinds kort doet de welzijnscoach ook observaties naar het welzijn van bewoners. Zo’n observatie vindt plaats op één afdeling gedurende een dagdeel. De observaties zijn in het leven geroepen omdat er in de praktijk vaak alleen hulp voor complexe casussen werd aangevraagd. Bewoners die onderprikkeld zijn of passief gedrag vertonen, leken minder snel aangemeld te worden. De welzijnscoach kijkt tijdens de observaties naar het welzijn van álle bewoners op de desbetreffende afdeling. Er wordt naar gestreefd om elke bewoner te zien en zo kan er waar mogelijk een passend aanbod op het gebied van wensen en behoeften gerealiseerd worden.

Welzijnscoach Janine in de praktijk

Janine: ‘Ik had een bewoner die veelal in haar eigen belevingswereld verkeerde en nauwelijks contact maakte. Destijds raakte deze mevrouw snel overprikkeld waardoor ze veel op haar kamer verbleef. Mevrouw had vaak de ogen gesloten, af en toe geopend. Ik heb de bewoner op haar slaapkamer bezocht voor de individuele contactmomenten. Hier zat mevrouw met de ogen gesloten, reageerde niet op toespreken of aanraking. Daarom startte ik met muziek, een wellicht herkenbaar lied, afgestemd op de bewoner: rustig, zacht en ingetogen gespeeld. Ik kreeg echter geen reactie… Vervolgens zette ik “fysiek ritme ervaren” en “fysieke beweging” in, in combinatie met een enkele melodielijn; dus fysieke prikkels in combinatie met een auditieve prikkel. Hierdoor vergrootte de belevingswereld wel: mevrouw maakte oogcontact, zong delen mee en nam af en toe de leiding in de beweging.

Hierna ging ik naast mevrouw zitten en legde mijn hand op haar rug. Ik stelde korte, duidelijke vragen en wachtte. Dat duurde ongeveer 10 seconden, maar uiteindelijk antwoordde mevrouw.

Ik: ‘Hoe gaat het met u?’ Mevrouw: ‘Nou, niet zo goed.’
Ik: ‘Wat doet u graag?’ Mevrouw: ‘Ik doe niet veel.’
Ik: ‘Wat zou u graag willen doen?’ Mevrouw: ‘Behang plakken.’

Op deze manier hebben diverse contactmomenten plaatsgevonden, waarbij de wensen en behoeftes van deze mevrouw achterhaald zijn. Als passend aanbod wordt er met/voor mevrouw gezongen en hierbij wordt een fysieke prikkel geboden. Hierdoor vergroot haar belevingswereld en kan er contact met haar ontstaan. Ook wordt dit gegeven ingezet tijdens zorgmomenten en tijdens eetmomenten. Tijdens het verbale contact gaf mevrouw aan graag iets met “behangplak” te doen. Wellicht duidt dit op de peuter-/kleuterknutselwerkjes die zij vroeger tijdens haar werk met peuters en kleuters heeft uitgevoerd. Daarom wordt er nu bijvoorbeeld met mevrouw samen getekend en houten legpuzzels gelegd.’

Meer weten

Geplaatst op: 12 november 2019
Laatst gewijzigd op: 12 november 2019