VUmc: Handreiking Toezichthoudende domotica

Het gebruik van toezichthoudende domotica roept ethische en juridische vragen op. Biedt het de cliënt meer bewegingsvrijheid? Of tast domotica juist de vrijheid van de cliënt aan om te gaan en staan waar hij wil? Leidt domotica altijd tot meer veiligheid voor de cliënt? En hoe zit het dan met zijn recht op privacy? Het VUmc deed onderzoek naar de ethische en juridische aspecten van domotica in de praktijk. Een van de resultaten is de handreiking Toezichthoudende domotica. Op de bestuurdersbijeenkomst van de thematranche technologie van In voor zorg! op 19 november 2015 gingen Brenda Frederiks en Alistair Niemeijer, beiden verbonden aan VUmc en beiden co-auteur van de handreiking, in op wetgeving en ethiek.

Definitie

Wat toezichthoudende domotica precies is, staat nergens omschreven. ‘Dat is ook lastig, want er komt steeds nieuwe domotica bij’, aldus Frederiks. ‘Ook de wetgeving zegt niets over domotica, in de Wet Bopz komt de term niet voor. De IGZ hanteert een brede definitie van vrijheid beperkende maatregelen en neemt domotica daarin mee.’

Casus

Ze vervolgt de presentatie met een casus van een oude vrouw die de weg naar huis niet meer kon terugvinden en twee dagen rondzwierf in het bos. Ze had wel een gps-apparaatje bij zich, maar de batterij was niet goed opgeladen. Daardoor was ze onvindbaar. Nu woont de vrouw op een gesloten afdeling. Ze klaagt niet, maar lijkt niet gelukkig. Ze kan immers niet meer naar buiten, terwijl ze juist zoveel behoefte heeft aan activiteit en de rust van het bos. ‘Is dit nu de oplossing?’, vraagt Frederiks zich af. ‘Want het gaat ook om menswaardige kwaliteit van leven.’

Aanvaardbare risico’s?

De casus roept verschillende aandachtspunten bij de inzet van toezichthoudende domotica op. Zoals hoe zit het met de zelfbeschikking van de cliënt? Is er sprake van vrijheidsbeperking? Hoe is de beleving en betrokkenheid van de cliënt? Frederiks: ‘In deze casus is het gps-apparaat een vrijheidsbeperkend middel, maar het bood de vrouw wel de ruimte om te gaan en staan waar ze wilde.’ En wat zijn de risico’s? ‘Een zorgaanbieder moet nadenken over wat er mis kan gaan. Kan iedereen zich ook in die risico’s vinden?’ Andere aandachtspunten zijn het besef dat techniek niet feilloos is en dat het een schijnveiligheid kan geven. Ook de besluitvorming verdient aandacht. ‘Die vindt bij voorkeur multidisciplinair plaats.’

Organisatie versus familie

Iemand uit de zaal vraagt of het de organisatie of de familie is die besluit om techniek in te zetten. Frederiks: ‘De organisatie is in the lead. Want jullie moeten de risico’s van vrijheid aanvaardbaar vinden. Die risico’s moeten opwegen tegen de verwachte voordelen. Uiteindelijk is de zorgaanbieder verantwoordelijk. Terugkomend op de casus ben ik geen voorstander van de keuze voor een gesloten afdeling na één incident. Toch blijft de afweging van risico’s een spanningsveld.’ De zaal concludeert dat een zorgaanbieder zich nooit kan ‘verschuilen’ achter ‘de familie wil het’.

Zorg en dwang

De voorgestelde wet Zorg en dwang verwacht van zorgaanbieders dat ze van tevoren zoveel mogelijk nadenken over het spanningsveld tussen zorg en dwang, en dit ook met familie bespreken. Frederiks benadrukt dat voorbeelden van onvrijwillige zorg – zoals toedienen van medicatie, voedsel en vocht of maatregelen die een cliënt in zijn bewegingsvrijheid beperken – niet per definitie ook onvrijwillig zijn. ‘Zorg is alleen onvrijwillig als de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt of als de cliënt zich verzet. Dus als een cliënt akkoord gaat met toezichthoudende domotica – nadat hij passend geïnformeerd is – is het vrijwillige zorg die in het zorgplan wordt vastgelegd.’

Ze besluit haar deel van de presentatie met de opmerking dat de wetgever nu een einde maakt aan alle discussie over toezichthoudende domotica. ‘In het wetsvoorstel Zorg en dwang valt de hele categorie toezichthoudende domotica onder de definitie van onvrijwillige zorg.

Ethische invalshoek

Dan neemt Alistair Niemeijer het woord. Hij gaat in op de handreiking Toezichthoudende domotica en de keuze voor een ethische invalshoek. ‘Interessant is dat techniek vaak als ethisch neutraal wordt gebracht. Maar het is niet de techniek waarom het gaat, belangrijk is de manier waarop we ermee omgaan. Bovendien zit in de techniek vaak al een norm ingebouwd. Denk aan het polsbandje, dat aangeeft hoever een cliënt mag gaan totdat het alarm afgaat en een zorgverlener hem terugbrengt.’ Er zijn allerlei ethische aspecten die het onderzoeken waard zijn. Cartoons in de handreiking maken dat duidelijk. Niemeijer hield zich bezig met hoe goede zorg met domotica eruit zou kunnen zien. Daarvoor liep hij langere tijd mee in de zorg. ‘Dat heet participerende observatie. Door onderdeel van een afdeling te worden, voorkom je dat mensen alleen maar sociaal wenselijk gedrag laten zien.’

Bevindingen

Uit het onderzoek kwamen een aantal dingen naar voren:

  • Er is veel debat, maar weinig verdieping. Vaak keren dezelfde tegenstellingen en argumenten terug. Een voorbeeld van zo’n terugkerend thema is veiligheid tegenover autonomie.
  • De voor- en nadelen van domotica weerspiegelen de realiteit niet.
  • Er zijn nieuwe en oude ‘veilige’ routines. Niemeijer: ‘De ene verzorgende blijft de oude rondes lopen. Een andere zorgaanbieder maakt een nieuwe routine, ook als de techniek niet altijd goed werkt.’
  • De ervaringen van cliënten met domotica zijn ambivalent en wisselen.
  • Domotica kan verruimend werken, maar ook als beperkend worden ervaren.
  • Domotica matcht niet altijd goed met daadwerkelijke behoeftes. Niemeijer: ‘Veel techniek veronderstelt nog steeds een ideale gebruiker en dat sluit vaak niet aan bij de vaardigheden en behoeften van de gebruikers.’
  • Er treden soms onverwachte effecten op. Niemeijer: ‘Cliënten verdwaalden bijvoorbeeld, omdat ze niet goed met de vrijheid konden omgaan.’

Handreiking

Het onderzoek resulteerde in meerdere wetenschappelijke artikelen, de handreiking is vooral een praktisch product. De handreiking helpt zorgaanbieders normatieve vraagstukken te herkennen. Ook staan er aandachtspunten in die het formuleren van een zorgvisie ondersteunen. ‘Want een instelling moet een duidelijke visie hebben op techniek en de bijbehorende risico’s.’ Niemeijer raadt zorgaanbieders aan om al voordat de techniek in huis wordt gehaald met leveranciers om tafel te gaan zitten. ‘Die leverancier heeft vaak de ideale gebruiker in zijn hoofd. Op designniveau betrokken zijn is dan belangrijk.’ Iedereen die geen tijd of zin heeft de hele handreiking te lezen verwijst Niemeijer naar het hoofdstuk Verantwoorde en zorgvuldige toepassing. ‘Een handige checklist die elke zorgaanbieder kan gebruiken bij de toepassing van technologie.’

Verslag door Ingrid Brons

Meer weten

Geplaatst op: 26 februari 2016
Laatst gewijzigd op: 6 januari 2023