TriviumMeulenbeltZorg biedt meer ruimte voor intimiteit en seksualiteit

‘We vragen aan een nieuwe bewoner of hij kaas of worst op brood wil. En of hij gewend is naar de kerk te gaan. Maar niet of hij gewoontes heeft die vragen dat wij zijn privacy duidelijk respecteren. Misschien wil hij niet gestoord worden als zijn vrouw op bezoek is. Dan kunnen we daar toch rekening mee houden.’ Aan het woord is Karla Pullen, die samen met Marielle Vlasblom het project ‘Intimiteit en Seksualiteit’ vormgeeft bij TriviumMeulenbeltZorg (TMZ) in Twente.
Als geestelijk verzorger weet Marielle dat intimiteit essentieel is voor het welbevinden van mensen. “Het gaat niet alleen om seksualiteit, intimiteit is zoveel meer. Eén van onze cliënten noemde intimiteit ‘nabijheid’. Die arm om je heen, de warmte, het besef dat je niet alleen bent.” Ze vertelt treffend over een cliënt die aan vergevorderde dementie lijdt: “Als zijn vrouw komt en zijn voeten masseert, voelt ze het oude, vertrouwde contact met hem. Hij bloeit even op, ze komt dan bij zijn gevoel.”
Pijnlijke reacties
‘Onderbelicht’, noemen de initiatiefnemers hun thema. Daarom gingen ze einde 2015 aan de slag met de adviesnota ‘Het blijft iets moois’, waarin aandacht, openheid en respect voorop staan. Collega Marian Fokkinga, die al vierenveertig jaar in de zorg werkt, vertelt dat ze veel onbegrip en vooroordelen rond seksualiteit bij ouderen is tegengekomen. “Vooral bij jongere medewerkers. Soms is iemand openlijk verbaasd dat een bewoner nog seksueel actief is. Men oordeelt dan snel in de trant van ‘vies’ en ‘ongepast’. Dat zijn pijnlijke reacties. Dit gebrek aan respect heeft mij ertoe aangezet om seksualiteit uit de taboesfeer te halen.” Ze vertelt dat ook bewoners zelf vaak moeite hebben om over hun behoefte aan intimiteit te praten. “Als zorgmedewerker vraag je daar ook niet regelrecht naar. Het gesprek loopt zo. Als iemand zegt dat ze haar man mist, kun je daar wat verder op in gaan. Je moet dat leren signaleren en zo nodig een beetje sturen.”

Geen specialistenwerk
Niet iedereen binnen een team zal daar even geschikt voor zijn. In zo’n geval help je elkaar. Net zo goed als je bij een gesprek over een typisch katholiek onderwerp even een collega aanschiet die van katholieke huize is. “Dat praat makkelijker.” Overigens is Marian ervan overtuigd dat cliënten zélf bepalen met wie ze wel of niet over een gevoelig onderwerp praten. Geestelijk verzorger Marielle onderstreept dit met een voorbeeld van een CVA-patiënt die er tegenop zag naar huis te gaan: ze was onzeker geworden tegenover haar partner. “Op dat moment sprak ze de huishoudelijk medewerkster aan. Zij voelde voor haar het meest vertrouwd om haar onzekerheid mee te delen. Voor deze gesprekken heb je geen specialisten nodig, dit kun je zelf. Intimiteit is normaal, we moeten er niet te zeer een issue van maken.”
Erbij stilstaan
Intimiteit en seksualiteit bespreekbaar maken, zonder het al te uitdrukkelijk tot een issue te verheffen, dat is de kunst. Karla: “Als je een aparte hotelkamer maakt, krijgt het teveel gewicht. Het is normaal, we moeten het niet teveel nadruk geven maar het gewoon beter opnemen in ons dagelijks werk. Onze collega’s willen wel, maar weten niet altijd hoe. Men staat niet steeds stil bij de consequenties van bepaalde gewoontes. Even snel kloppen en vervolgens zonder op antwoord te wachten een kamer binnenlopen, kan ongemakkelijk zijn voor de medewerker, maar vooral voor de bewoner. We willen dat men zich bewust wordt van het eigen gedrag: waarom doe ik iets altijd zo, waarom heb ik hier een oordeel over, hoe zou ik het zélf graag willen?” Marielle vult aan: “De medewerkers snappen de behoefte aan intimiteit en seksualiteit. Maar het ontbreekt hen aan ‘technische kennis’. Het belemmerende effect dat incontinentiemateriaal kan hebben op de seksuele beleving, wie staat daarbij stil?”
Erbij stilstaan. Ruimte bieden in een gesprek zodat je als zorginstelling beter kunt inspelen op de behoeften van een cliënt en zo bijdraagt aan een hogere kwaliteit van leven. Op het symposium passeerde het voorbeeld van een thuis stervende mevrouw, die elke avond door de verzorging in de huiskamer in bed werd achtergelaten. Wat de zorgmedewerkers niet wisten, was dat daarna de zoon zijn moeder boven naast zijn vader in bed legde. Elke avond. Om haar de volgende ochtend weer naar beneden te brengen, voordat de zorg kwam. Kennelijk was er niet nagedacht of gesproken over hoe de zorgorganisatie kon bijdragen aan wat meer intimiteit in die laatste levensfase.
Investeer in warme relatie
Het eerste moment waarop TMZ organisatiebreed stilstond bij Intimiteit en Seksualiteit was in mei 2016. Maar liefst achthonderd belangstellenden bezochten een symposium met sprekers die theorie en praktijkvoorbeelden toelichtten. Bij deze aftrap sprak ook Fred Schrander, voorzitter Raad van Bestuur. “Als je tussen medewerkers en bewoners een gesprek op gang wilt brengen over intimiteit, vereist dat een warme relatie. En juist aan die warme relatie hebben wij binnen deze organisatie jarenlang hard gewerkt. We gingen op zoek naar een goede definitie van mentaal welbevinden. Toen kwamen intimiteit en seksualiteit naar boven. Vervolgens heb ik besloten dat hoog op de agenda te zetten. Als cliënten, medewerkers, vrijwilligers en familie het met elkaar zó belangrijk vinden, moeten we daar middelen voor vrijmaken. Dit project is echt uit de organisatie zelf omhoog gekomen”, meldt Schrander trots.

Ruimte bieden
Na het symposium kwam de bewustwording op gang: medewerkers waren aan het denken gezet, gingen met elkaar in gesprek. Vervolgens ontwikkelde Marielle samen met een opleidingsfunctionaris en de psychologen een geaccrediteerde workshop, die steevast vol zit. Aan de hand van stellingen wordt gediscussieerd, bijvoorbeeld: “Homoseksualiteit komt op onze afdeling niet voor”. En de ontroerende VPRO-documentaire ’69: liefde seks senior’ wordt vertoond. Terwijl binnen TMZ het onderwerp gaandeweg gewoner wordt, volgt Marjolein den Ouden vanuit Saxion Hogeschool de bespreekbaarheid via metingen en vragenlijsten. En een verpleegkundig specialist heeft het project als afstudeeropdracht gekozen. Ze bestudeert met behulp van focusgroepen de aandacht voor het thema. Aan een e-learning-module wordt gewerkt en de informatiebrochure voor de intake-gesprekken thuis en op de afdelingen kan bijna naar de drukker. “We hoeven bij de intake niet per se over intimiteit te praten, maar we bieden wel de ruimte aan mensen die daar behoefte aan hebben”, zegt Karla.
Wat kunnen andere zorgorganisaties meenemen uit dit scala aan initiatieven?
Marielle, lachend: “Onze workshop mogen ze zo overnemen, geen probleem!”.
Wat zijn de struikelblokken?
Het wordt stil. Marielle vervolgt: “Ik kan er eigenlijk geen noemen. We krijgen alle ruimte en alleen maar positieve reacties. Vanuit de cliëntenraden, de Raad van Bestuur. Ja, geld kan een probleem zijn natuurlijk. Tweepersoons hoog/laagbedden zijn zó vreselijk duur! En vooroordelen, vooral vooroordelen. Die vind je bij alle opleidingsniveaus, tot en met de artsen aan toe. Er moet meer aandacht voor het onderwerp komen in de opleidingen.”
En een gouden tip?
Marian zonder enige aarzeling: “Zet binnen een team eerst díe collega in, die het meeste feeling heeft met het onderwerp. Help elkaar.”
Interview door Linda van Ingen
Meer weten
Geplaatst op: 21 november 2016
Laatst gewijzigd op: 2 december 2022