Op Reyshoeve (De Wever, Tilburg) is er nu ook aandacht voor het systeem van de cliënt

Familiezorg is binnen Reyshoeve een essentieel onderdeel van de visie op zorg. De organisatie geeft er op verschillende manieren invulling aan. Ook de familie moet in de relatie investeren, vinden George Hezemans en Tanja Burkink; een echtpaar van wie de man op Reyshoeve verblijft.
De diagnose Parkinson viel toen hij 50 was, nu 16 jaar geleden. Maar de eerste verschijnselen openbaarden zich rond zijn 40e, zeggen hij en zijn vrouw nu. George Hezemans verblijft op Reyshoeve. Wonen doet hij nog steeds thuis bij zijn vrouw Tanja Burkink. Hun twee kinderen, zoon Joeri en dochter Pirkka zijn inmiddels het huis uit.
Thuis eten
Bijna iedere dag haalt Burkink na haar werk haar man op om thuis te eten. Nadat de diagnose gesteld was, werkte Hezemans nog enkele jaren door. Dat wilde hij graag, maar hij had wel met zijn directeur afgesproken dat die hem moest waarschuwen als het in zijn ogen niet meer goed ging. Hezemans werkte als manager in een zorginstelling in de verstandelijke gehandicaptenzorg. Burkink werkt als zorgbemiddelaar bij een zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke beperking.
In 2003 kwam Hezemans permanent thuis te zitten. Hij stofte een oude hobby af: het schilderen, omdat het perspectief weinig gunstig was. ‘Ik was bang voor de verveling. Dat ik niets om handen zou hebben als ik meer beperkingen zou krijgen. Het is een sluipende ziekte, Parkinson. Mijn motoriek is langzamerhand minder geworden en mijn denkvermogen is niet meer zo snel als voorheen. Heel geleidelijk wordt het minder.’
Schilderijen
Het appartement van Hezemans op Reyshoeve hangt vol met zijn schilderijen. Hier en daar verspreid liggen meerdere kunstwerken in stapels op de grond. In de hoek staat zijn schildersezel en ligt het vol met schildermateriaal. Bij het gezin thuis hangt ook het nodige; Burkink wisselt wel eens af. Een bepaalde kleur dekbed vraagt gewoon om weer een ander schilderij in de slaapkamer, zegt ze, half met een grapje.
De afdeling waar het appartement van Hezemans zich bevindt, is een afdeling somatiek. Dat bevalt hen goed. Er is weinig neiging tot betutteling van de mensen die er verblijven, van wie de aandoening immers niet primair cognitief van aard is. Maar zelf zijn zij ook altijd heel duidelijk geweest in hoe zij het willen, zegt Burkink: ‘George is wars van betutteling. Eigen regie is heel belangrijk. Voor iedereen, maar zeker voor George.’
Ruimte tot onderhandeling
Zelf heel duidelijk zijn over wat je als cliënt wel en niet wilt, is noodzakelijk, zeggen zij beiden, en er kan veel. De ruimte tot onderhandeling is groot, zegt Hezemans. ‘Er is eigenlijk niets waarover we niet met elkaar kunnen praten of het over eens kunnen worden.’ Hezemans bepaalt zelf hoe laat hij opstaat en wat hij op zijn brood wenst, iedere dag opnieuw. Ogenschijnlijk onbenullige dingen, zegt hij. ‘Maar daarin het zo kunnen doen als je zelf wilt, is essentieel.’
Op dinsdagavond gaat Hezemans altijd in bad. Burkink begeleidt hem daarbij, samen met een van de verzorgenden. Ze bespreken dan wie wat doet en alle partijen zijn er tevreden over. Als gezin betrokken zijn bij het verblijf van haar man op Reyshoeve is altijd vanzelfsprekend geweest. ‘George maakt gewoon onderdeel uit van ons gezin. We doen dit met elkaar. En daarvoor moet je als gezin ook investeren in de samenwerking met de medewerkers van Reyshoeve. Niet alleen van de zorg moet je verwachten dat zij in de relatie investeren. Dat moet ook vanuit de mensen die er verblijven komen.’
Systeem van de cliënt
De visie op zorg die binnen Reyshoeve geldt, is wel veranderd in vier jaar tijd. Hoe het in het begin ging, toen Hezemans hier net verbleef, was het nog niet zo vanzelfsprekend om het hele gezin bij het verblijf op Reyshoeve te betrekken. Burkink: ‘Het systeem van de cliënt is zo enorm belangrijk. Vier jaar geleden woonden onze kinderen nog steeds thuis, maar werden zij eigenlijk niet betrokken in de gesprekken die wij met de zorgverleners hadden. Maar kinderen zijn een wezenlijk onderdeel van het systeem van een cliënt. Daar is nu veel meer aandacht voor en zo moet het ook zo zijn.’
Als voormalig leidinggevende weet Hezemans dat je als manager de medewerkers krijgt die je verdient: je oogst wat je zaait. Maar ook als cliënt van een zorgorganisatie geldt iets dergelijks, zegt hij. Hij wijst naar de pot drop die op het tafeltje staat. ‘Ik zeg altijd: die droppot staat er voor iedereen. Dus hoe gaat dat? Medewerkers komen binnen, nemen een dropje en blijven even staan praten. Ik vind dat gezellig. Je moet er wat van willen maken. En hoe het wordt, is afhankelijk van hoe je er zelf in staat.’
Interview door Ellen Kleverlaan
Meer weten
Lees ook de blogs over familiezorg bij De Reyshoeve van zorgorganisatie De Wever:
- Blog door Annelein van Sluijs (De Wever): ‘Verbinding met elkaar maken, maakt het voor iedereen leuker’ (verschijnt op 11-3-2016)
- Blog door Maaike van der Hout (De Wever): ‘Familiezorg, je moet het echt samen doen’
- Blog door Meneer Stok: ‘Drie jaar heb ik mijn vrouw thuis verzorgd, nu woont ze in De Reyshoeve’ (verschijnt op 03-03-2016)
Geplaatst op: 23 februari 2016
Laatst gewijzigd op: 20 juni 2016