Maaike van der Hout (De Wever): ‘Familiezorg, je moet het echt samen doen’

‘Voordat een nieuwe cliënt bij ons komt wonen, ga ik als dat haalbaar is op huisbezoek. Ik vind het belangrijk om een nieuwe bewoner in zijn thuissituatie te hebben meegemaakt. Met zijn naasten om zich heen, of het nou familie is, een goede buur of anderen die hem na staan. Ik pik er van alles op, vooral hoe iemand leeft en woont.’
‘Het betrekken van de naasten is bij ons enorm belangrijk. We werken volgens de zorgtriade, de driehoek cliënt, verzorgenden en naasten overleggen met elkaar hoe zij het dagelijkse leven voor de cliënt het beste kunnen organiseren. Iedereen heeft daarvoor een driedaagse training gevolgd, ook de huishoudelijke dienst en de teammanagers. Goede zorg verleen je samen. De eerste weken dat een nieuwe bewoner bij ons is, observeren wij de cliënt om hem te leren kennen en te weten welke wensen en behoeften hij heeft. Belangrijk is het kunnen voortzetten van de hobby’s die iemand thuis ook al had. Wie houdt van breien, kaarten of biljarten, stellen we voor te gaan kijken bij de respectievelijke clubjes of zoals de cliënt het thuis gewend was.’
‘Na de eerste zes weken stel ik een conceptzorgbehandelplan voor en dat bespreken we met de bewoner en diens naasten. De hulpvraag en de zorg die we leveren maar ook hoe we de wensen van de bewoner met elkaar kunnen organiseren. Een voorbeeld? Stel dat een bewoner graag zwemt; dan is er een vrijwilliger of een naaste nodig die de bewoner kan begeleiden, want dat kunnen wij zelf niet doen. Maar we bellen wel het zwembad om te zien of zij dat kunnen faciliteren met een rolstoel of tillift voor dat moment in de week.’
‘Vroeger deden wij alles. Als de fysiotherapeut zei dat het goed was als deze cliënt zou gaan zwemmen, dan kwam het niet in ons hoofd op om te vragen wat de familie daarin zou kunnen betekenen. Dat ging heel ver; zelfs koffie schenken of eens een broodje smeren mocht familie niet doen. Daar zijn wij toch voor? Zo dachten we er toen over. Nu doen we het samen. Dat is wel eens zoeken, want iedere cliënt en familie zijn weer anders, dat maakt het werk des te leuker.’
‘We hebben een bewoner van wie de zoon hem thuis altijd op zaterdag onder de douche zette; dat doet hij hier nog steeds. Een dochter van een echtpaar dat bij ons woont, komt iedere drie weken eieren bakken voor hen en andere bewoners. Soms heeft familie ook wel een houding van – hier hebben jullie ons’ pap; hij is nu van jullie, en doen vervolgens niets meer. Ja, ook dan gaan we het gesprek aan, we leggen ons daar niet zonder meer bij neer. Maar ja, je weet niet wat er achter zit. Misschien was deze vriendelijke bewoner vroeger wel helemaal niet zo’n leuke moeder of vader. In sommige gezinnen is een hoop gebeurd.’
‘Familiezorg betekent ook dat wij actief naasten informeren en betrekken bij beslissingen; veel meer dan voorheen. Voor een bewoner die graag een citroenjenevertje lust, had de familie een fles neergezet. Die middag zag ik dat hij scheef in zijn stoel hing en niet zo helder als anders uit zijn ogen keek. Wat bleek was dat hij zich niet herinnerde dat hij die middag al eerder een borrel had gedronken en daarom zichzelf nog maar eens had ingeschonken. De fles was driekwart leeg. We hebben de jenever vervolgens hoog weggezet en zijn hem vanaf dat moment iedere middag een borrel gaan inschenken. Natuurlijk heb ik meteen zijn zoon gebeld. Die voelde zich enorm schuldig, maar daar gaat het helemaal niet om. Het gaat erom dat je goede afspraken maakt met elkaar en elkaar goed op de hoogte houdt. Je moet het echt samen doen. En: goed contact maakt het voor iedereen leuker.’
Blog door Maaike van der Hout, zorgcoördinator bij locatie Reyshoeve van zorgorganisatie De Wever.
Meer weten
Geplaatst op: 26 februari 2016
Laatst gewijzigd op: 12 januari 2022