Langer actief thuis met reablement
Gepubliceerd op: 23-10-2025
Hoe help je mensen thuis om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven en de regie over hun eigen leven te houden? Bij Rivas Zorggroep staat reablement centraal in hun aanpak Langer Actief Thuis. Resultaat: minder zorguren en cliënten blijven twee keer zo lang zelfstandig zonder professionele zorg.
Regieverpleegkundigen Iris Verschoor en Anneke Overduin vertellen hoe zij Langer Actief Thuis (LAT) hebben geïmplementeerd en welke resultaten dit oplevert. Wat kunnen andere organisaties hiervan leren?
Waarom reablement bij Rivas?
‘Bij Rivas is “werken met de handen op de rug” en cliënten zo zelfredzaam mogelijk maken al lang een belangrijk uitgangspunt’, begint Iris. ‘In het jaarplan van Rivas stond dat we iets wilden gaan doen met reablement en zo kwam ik in gesprek met onze adviseur innovatie om reablement concreter vorm te geven.’
Omdat Iris bezig was met haar master Innovatie in Zorg en Welzijn, nam ze dit vraagstuk mee in haar afstudeerproject. Zo ontstond de basis voor de eerste pilots, waarin zij vanaf het begin een centrale rol speelde, samen met Anneke en ergotherapeut Inge Neutel.
Mensgerichte zorg
Iris verdiepte zich in reablement en kwam uit bij Langer Actief Thuis, een aanpak die Mijzo al in de regio toepaste. LAT sloot perfect aan bij de ambitie van Rivas om mensgerichte zorg te leveren.
Ze maakten een plan van aanpak met wijkverpleegkundigen, teammanagers, de directeur wijkverpleging en een adviseur kwaliteit & veiligheid. Daarmee startte een pilot in twee wijkteams. Ze voerden gesprekken met zorgverleners, ergotherapeuten en fysiotherapeuten.
Nemen medewerkers onnodig dingen over van cliënten? Dan benoemen we gewoon dat dit leidt tot het verdwijnen van spieren.
Iris Verschoor, regieverpleegkundige
Brede groep collega’s
Tijdens de implementatie waren verschillende collega’s actief. Een projectteam van een projectleider, (regie)wijkverpleegkundigen, een ergotherapeut en een fysiotherapeut werkte plannen uit en verzamelde input van collega’s om gezamenlijk antwoorden en oplossingen te formuleren. Tegelijk gaf een stuurgroep richting aan het proces en bewaakte de voortgang. De stuurgroep werd opgericht met vertegenwoordigers van het management, de directie en de cliëntenraad, een business controller en regie-wijkverpleegkundigen. Andere afdelingen ondersteunden waar nodig, zoals opleidingen, functioneel beheer en verkoop. Ook nu blijven het projectteam en de stuurgroep betrokken bij alle stappen die Rivas neemt.
Doelen in kaart
Bij Rivas start een LAT-traject altijd met een gezamenlijke intake door de wijkverpleegkundige en de ergotherapeut. ‘Samen met de cliënt bepalen we wat iemand nog zelf wil en kan, en welke doelen haalbaar zijn’, vertelt Iris. ‘Deze afspraken komen in een zorgkaart, die richting geeft aan een traject van maximaal twaalf weken. Afhankelijk van de situatie kunnen we extra expertise toevoegen, zoals een fysiotherapeut.’
Het team organiseert structureel een multidisciplinair overleg om de LAT-trajecten te evalueren en bij te sturen. Dit is afhankelijk van de bereikbaarheid en de fase van implementatie waarin het team zich bevindt. Vooraf ontvangen cliënten duidelijke informatie over LAT, zodat de verwachtingen helder zijn.
Anneke ziet hoe deze aanpak cliënten motiveert. ‘Het werken naar een concreet doel geeft energie. Bovendien wordt het advies van onze ergotherapeut vaak sneller geaccepteerd, omdat die heel objectief kijkt naar veiligheid en hulpmiddelen.’ Zo stimuleert LAT cliënten om zelf de regie te houden en actief te oefenen met hun zelfstandigheid.
Vrijheid op hoge leeftijd
Anneke Overduin vertelt over een cliënt: ‘Een man van begin 90 kwam thuis met een stoma. Zijn dochter vond dat thuiszorg dit moest doen, maar hij wilde zelf graag zelfstandig blijven. We stelden voor dat hij het zelf zou leren, zodat hij niet afhankelijk werd van vaste zorgmomenten. Hij was altijd heel zelfstandig geweest en werkte graag in zijn tuin. Na twaalf weken verzorgde hij zijn stoma helemaal zelfstandig – en hield hij de vrijheid die voor hem zo belangrijk was.’
Wat levert reablement op voor cliënten en professionals?
Het LAT-traject bij Rivas bestaat uit:
- een gezamenlijke intake door wijkverpleegkundige en ergotherapeut;
- een ergotherapeut die altijd meekijkt met het zorgmoment (ADL);
- het vastleggen van doelen en zorgafspraken op de zorgkaart. Deze concrete afspraken zorgen voor eenduidig handelen door collega’s en helderheid bij cliënten en medewerkers;
- maximaal twaalf weken gericht werken aan zelfstandigheid, met zo nodig inzet van fysio- of ergotherapie;
- evaluaties en bijsturing gedurende het traject.
Rivas wilde weten wat deze interventie oplevert en onderzocht drie thema’s:
- Zorgconsumptie – hoeveel zorg wordt er ingezet?
- Tijd in zorg – hoelang blijven cliënten afhankelijk van ondersteuning?
- Opnieuw in zorg komen – keren cliënten sneller of juist later terug in zorg?
Daarbij werkte Rivas met nulmetingen, tussenevaluaties en eindevaluaties, en vergeleek ze cliënten met en zonder LAT-traject.
Resultaten
De cijfers zijn overtuigend:
- Cliënten in het LAT-traject kregen gemiddeld 37% minder zorguren van de wijkverpleging dan de controlegroep. In totaal betekende dit een reductie van zo’n 30% in inzet van zorgprofessionals. Daarnaast zijn deze cliënten gemiddeld 7,5 week in zorg. Dat is 35% korter dan de controlegroep.
- Deze besparing ging samen met een gerichte investering: gemiddeld 2,25 uur ergotherapie en 0,5 uur fysiotherapie per cliënt.
- LAT-cliënten bleven gemiddeld twee keer zo lang zelfstandig zonder professionele zorg als cliënten die het traject niet volgden.
Het hele team bewaakt de voortgang van cliënten. Het principe van ‘handen op de rug’ wordt breder gedragen.
Anneke Overduin, regieverpleegkundige
Handen op de rug
Daarnaast zijn er kwalitatieve resultaten: cliënten voelen zich zelfstandiger en medewerkers ervaren meer werkplezier en zien reablement als ‘the way to go’. Iris: ‘Wijkverpleegkundigen kregen een scholing rondom “werken met de handen op de rug”. Ook bieden we alle zorgverleners een e-learning motiverende gespreksvoering aan. We gaan beter om met weerstand en zien hoe onze houding het gedrag van cliënten beïnvloedt. Daarnaast spreken we elkaar nu gemakkelijker aan. Nemen medewerkers onnodig dingen over van cliënten? Dan benoemen we gewoon dat dit leidt tot het verdwijnen van spieren en verdere achteruitgang.’
Anneke ziet ook verandering in teamdynamiek. ‘Het hele team bewaakt nu de voortgang van cliënten,’ zegt ze, ‘niet alleen de wijkverpleegkundige. Doelen van cliënten staan echt centraal. Het principe van “handen op de rug” wordt breder gedragen.’ Na de pilots breidde Rivas uit naar meer teams. Ervaren teams koppelden zich aan nieuwe om kennis te delen.
Durven loslaten
Rivas heeft veel geleerd tijdens de implementatie. ‘De grootste uitdaging zat misschien wel in onszelf, in onze mindset’, licht Iris toe. ‘Als zorgverlener wil je graag helpen, maar bij reablement moet je durven loslaten en niet te snel de zorg overnemen. De zorgkaart en multidisciplinaire overleggen hielpen ons daarbij.’ Ook cliënten en naasten moesten wennen: zij verwachtten vaak dat de zorg alles overnam. Heldere informatie vooraf en motiverende gespreksvoering maakten dit gemakkelijker.
Verwachtingen
‘Bij een nieuwe zorgvraag bellen we zo snel mogelijk de cliënt om een afspraak te maken voor de intake’, legt Iris uit. ‘Ik zeg dan: “we beginnen met de aanvraag van het ziekenhuis en tijdens de intake kijken we samen hoe de zorg gaat verlopen”. Daarmee wil ik voorkomen dat mensen verwachten dat we standaard twee keer per dag komen omdat het ziekenhuis dat heeft aangevraagd.’
Praktisch bleek het plannen van gezamenlijke intakes lastig. Vaste dagen inplannen werkte niet. De oplossing: flexibele inzet van de ergotherapeut. ‘Dat klinkt simpel, maar het maakte een wereld van verschil’, aldus Anneke.
Tot slot speelt financiering een rol bij Rivas. De startsubsidie liep af, maar Rivas besloot LAT zelf te bekostigen. Waar mogelijk worden aanvullende verzekeringen van cliënten benut. Landelijke gesprekken over structurele bekostiging die nu plaatsvinden, geven vertrouwen voor de toekomst.
Leren van ervaringen met reablement
Iris geeft tips voor andere organisaties: ‘Begin klein. Start met een of twee teams, leer en stel snel bij. Ga niet zelf het wiel opnieuw uitvinden: reablement is op verschillende plekken in Nederland al goed ontwikkeld. Zoek contact met organisaties die verder zijn en leer van hun ervaringen. Dat heeft ons ook enorm geholpen om valkuilen te vermijden.’
Reablement als blijvende beweging
Het verhaal van Rivas laat zien hoe reablement met de juiste aanpak en onderzoek heel concreet meer zelfstandigheid voor cliënten en werkplezier voor professionals oplevert. Een aanpak die bij Rivas samen met de teams is ontwikkeld. Door klein te beginnen, teams stap voor stap mee te nemen en goed te meten wat het effect is, groeit LAT uit tot een aanpak die duurzaam bijdraagt aan betere zorg en meer eigen regie voor cliënten.