Naar hoofdinhoud Naar footer

Dirk Metselaar (Humanitas Deventer): ‘Je moet het leven in huis halen’

Humanitas Deventer heeft eigenzinnige opvattingen over het vastgoed dat het als verpleeghuis beheert. Dat moet ten dienste staan van het leven, vindt het. Dus creëert het ontmoetingsruimten, haalt het verenigingen naar binnen en biedt het woonruimte aan studenten in ruil voor dertig uur per maand goede buur zijn.

Een verpleeghuis exploiteren in een oud gebouw heeft nadelen – een hogere energielast bijvoorbeeld – maar ook voordelen. Het grote voordeel bij Humanitas Deventer, een gebouw van zestig jaar oud, is de verhouding bewonersruimte en openbare ruimte, zestig:veertig. ‘Die openbare ruimte zie je in nieuwere verpleeghuizen niet meer’, zegt manager vastgoed en voorzieningen Dirk Metselaar. ‘Wij creëren daar ontmoetingsruimten in. En daarin zit een deel van onze kracht, want het is onze overtuiging dat we het leven in huis moeten halen. Dat kunnen we dus ook, met als gevolg dat je hier gewoon kunt binnenlopen om een kop koffie te drinken in het restaurant, dat we de sfeer hebben gegeven van een grand café. Je kunt hier vergaderen.' 

'Allerlei clubs vinden hier onderdak: een toneelgezelschap, een zanggroep, een schaakclub, een ontmoetingsplek voor tienermoeders, noem maar op. We vragen dergelijke organisaties een symbolisch bedrag voor de koffie, maar vragen ook een tegenprestatie van ze. Dus komt de toneelgroep optreden, en regelt de biljartclub een smartlappenkoor. De fysiotherapiepraktijk die ruimte heeft in ons pand, huurt die ruimte voor een maatschappelijke vergoeding en is in ruil daarvoor beschikbaar voor bewoners of medewerkers die een simpele vraag over hun bewegingsapparaat hebben.’

Studenten in huis

Heel bijzonder is dat Humanitas Deventer ook als eerste verpleeghuis in ons land studenten huisvesting heeft geboden, iets wat tot wereldwijde aandacht leidt. ‘Bewust geen studenten gezondheidszorg, om te voorkomen dat ze in de verkeerde stand schieten’, zegt Metselaar. ‘We willen hier juist het leven vieren. Omdat we een paar kamers over hadden die wat kleiner waren dan de woonruimten die we bewoners bieden, hebben we die aan studenten aangeboden. Gratis huisvesting, met als tegenprestatie dat ze dertig uur per maand goede buur zijn.'

'Aan dat begrip hebben we bewust geen concrete invulling gegeven, het is geen vrijwilligerswerk of betaald werk dus. We sturen er niet op en we controleren ook niet of ze echt die dertig uur er insteken. Dat hoeft ook niet, want we zien dat de studenten en de ouderen vanzelf iets voor elkaar gaan betekenen. De studenten gaan ouderen helpen met internet, ze gaan met ze wandelen of koken. En onder de ouderen vinden die studenten boeiende verhalenvertellers. Het personeel dacht: dat gaat nooit werken. Nou ja, we hebben wel eens een beha en een naaldhak in de gang zien liggen. Dan gonst het van de verhalen in de gangen en dat is precies wat we willen. Ook over kratten bier voor de deur hoor je niemand klagen. Veel van de mensen die hier wonen hebben een arbeidersachtergrond, die herkennen dat.’

YouTube video thumbnail

Humanitas Deventer staat midden in de wijk. Video over Humanitas en zijn bewoners, vrijwilligers, stagiaires en omgeving.

Over muren heen denken

Het aantal studenten is gemaximeerd tot zes, om te voorkomen dat het een studentenhuis zou worden. Tegelijkertijd is de keus om studenten toe te laten wel onderdeel geworden van de visie muren te slechten en allianties aan te gaan. Met de lokale woningcorporatie bijvoorbeeld. Die heeft in de omgeving van het verpleeghuis woningen beschikbaar gesteld voor jongeren die het zelfstandig niet redden. Die vinden bij Humanitas Deventer werkgelegenheid of krijgen ruimte om als vrijwilliger aan de slag te gaan. De beleeftuin naast het pand is er niet alleen voor de bewoners van het huis, maar ook voor de mensen uit de directe omgeving. En mensen in de buurt die zelf geen badkamer hebben, mogen gebruikmaken van de wellness-badkamer. 

‘Zo denken we op allerlei manieren over de muren van instituties heen’, zegt Metselaar. ‘Met als gevolg dat door de dynamiek die we creëren en de uitstraling die we hebben, mensen zich spontaan melden om hier te komen werken. We hebben geen personeelsgebrek.’ In de bovenste verdieping van het nieuwbouwdeel – bestemd voor bewoners met een PG-indicatie – is een zorghotel gevestigd voor mensen die na een ziekenhuisopname nog niet direct naar huis kunnen . ‘Dat past in onze filosofie mensen kennis te laten maken met ons huis’, zegt Metselaar. ‘Ze kennen ons dan al op het moment dat ze voor een verpleeghuisindicatie in aanmerking komen.’

Geen pyjamadagen

De relatie met de buurt krijgt op meerdere manieren vorm. Natuurorganisatie IJssellandschap organiseert bijvoorbeeld wandelingen, ook voor mensen die rolstoel- of rollator-afhankelijk zijn. Albert Heijn organiseert een lunch voor de bewoners. De Rotary komt pannenkoeken bakken. Elke afdeling heeft ook een budget voor activiteiten buiten de deur, en maandelijks worden in het pand culturele evenementen georganiseerd onder de naam Artius Cultuurpodium Keizerlanden. ‘Die evenementen trekken ook altijd mensen uit de buurt’, zegt Metselaar, ‘en ze zorgen ervoor dat onze bewoners kennis blijven houden van de buitenwereld. Bovendien: als er vijftig bewoners op af komen, zijn dat vijftig mensen die het anderhalf uur goed naar hun zin hebben en die dus anderhalf uur geen zorg nodig hebben. We bieden deze evenementen dan ook vaak gratis aan, het betaalt zichzelf terug. Van pyjamadagen is hier geen sprake.’

Ouderenlint

De provinciale weg die langs het pand van Humanitas Deventer loopt, is er al jaren. ‘Maar de zebrapaden functioneren goed, dus die vormen voor bewoners geen hindernis om het winkelcentrum tegenover ons pand te bezoeken’, zegt Metselaar. ‘Met de winkeliers zijn we afspraken aan het maken over een ouderenlint. Net zoals er kindlinten zijn, vind ik dat ook moet worden nagedacht over ouderenlinten. Bankjes langs de route bijvoorbeeld om onderweg even te kunnen uitrusten, oplaadplaatsen voor rollators. Elke architect of stedenbouwkundige zou eens een halve dag in ons ouderenpak moeten rondlopen, om te ervaren hoe het is om je als oudere door de stad te bewegen.’