Naar hoofdinhoud Naar footer

Mechanismen van regionale samenwerking: wat werkt en wat niet?

Hoe kun je duurzame medische zorg voor ouderen in de regio het beste organiseren? Die vraag staat al ruim drie jaar centraal in een groeiend aantal regio’s waarin partijen steeds meer gaan samenwerken. Hoe verloopt die samenwerking? Wat zijn daarin de mechanismen?

Brandstof voor duurzame medische zorg

Samen met de Erasmus Universiteit organiseerde Waardigheid en trots de landelijke netwerkbijeenkomst ‘Brandstof voor Duurzame medische zorg – regionale bewegingen naar anders organiseren van medische zorg’ op 21 juni 2022. Jitse Schuurmans van de Erasmus Universiteit ging uitgebreid in op wat goed en wat minder goed werkt bij regionale samenwerking. Lees over de vijf mechanismen die hij onderscheidt.

Sandra Dahmen, projectleider Waardigheid en Trots in de regio opende de bijeenkomst. Zij benadrukte het belang van samenwerken in de regio. ‘Er is de afgelopen jaren enorm veel gebeurd in de regio’s en daar blikken we vandaag op terug, maar we kijken ook vooruit. Het regionaal oppakken van het organiseren van duurzame zorg is heel belangrijk. Het regeerakkoord zegt dat ook: doe het samen. De projecten die er al zijn geweest leveren de brandstof om door te gaan.’

‘Er is ook een kennisbank Duurzame Medische Zorg ontwikkeld’, vervolgde Sandra. ‘Van de kennis die in de regio’s wordt opgedaan, profiteren andere regio’s. Of zij nu willen starten, of willen doorontwikkelen.’ Tegelijkertijd constateerde zij dat het domeinoverstijgend samenwerken knelpunten oplevert. ‘Het voordeel is dat we die op deze manier eerder landelijk kunnen agenderen.’

'Van de kennis die in de regio’s wordt opgedaan, profiteren andere regio’s'

Sandra Dahmen

Actieonderzoek

Het verhaal van Jitse Schuurmans, dat in de plenaire sessie volgde, sloot daar naadloos op aan. Jitse is universitair docent aan de Erasmus School of Health Policy & Management and Health Care Governance. In een actieonderzoek volgde een onderzoeksteam van de school een groot aantal initiatieven gericht op het organiseren van duurzame medische zorg in de regio. Voor een online publiek van ruim honderd toehoorders ging Jitse uitgebreid in op de mechanismen van het werken aan regionale samenwerking in de ouderenzorg. ‘De vraag is: wat werkt goed en wat minder? Welke lessen kunnen we leren van de manier waarop aan regionale samenwerking wordt gewerkt? Welke mechanismen zien we?’

  • Download de presentatie van Jitse Schuurmans Mechanismes van regionalisering – Werken aan regionale samenwerking in de ouderenzorg (pdf) onderaan deze pagina.

Urgentie en commitment

Dat zijn er aardig wat, zo bleek uit Jitses heldere betoog. Allereerst geldt hoe belangrijk het is dat partijen de urgentie van regionale samenwerking voelen, hun commitment tonen en daar aan blijven werken. ‘Dat lijkt een open deur, maar dit is echt een voorwaarde voor succes. Het gevoel van urgentie kan namelijk fluctueren. Bij krapte in het personeel kan het sterk ervaren worden, maar het kan vervolgens ook weer wegebben. Maar je moet het blijven agenderen. Dat kan bemoeilijkt worden bij personeelswisselingen en wanneer de mensen weggaan die de urgentie goed uitdragen.

Strategieën

Het volgen van de initiatieven in de regio’s maakt verder duidelijk dat er globaal twee strategieën zijn die zij volgen. Zo zijn er regio’s waarin organisaties starten met kleine initiatieven waar weinig partijen aan meewerken. ‘Bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van een triage-instrument’, vertelde Jitse. ‘De voordelen zijn dat kleine initiatieven redelijk makkelijk zijn. Je hebt eerder het commitment van de werkvloer en het is goed te organiseren. Het nadeel is dat je deze initiatieven moeilijk kunt opschalen. Ze zijn bovendien kwetsbaar, omdat je afhankelijk bent van bepaalde individuen.’

Regionale visie

Andere regio’s kiezen juist voor grootschalige programma’s die regionaal worden aangevlogen met een regionale visie. ‘Pluspunt daarvan is, dat je een duidelijke stip op de horizon hebt’, aldus Jitse. ‘Maar het is vervolgens moeilijk om die visie te vertalen naar concrete initiatieven. Deze aanpak vergt ook veel tijd en veel mensen. Het beste is eigenlijk een combinatie van beide strategieën: dat je samen een visie ontwikkelt en tegelijkertijd start met kleinschalige projecten.’

Relevante actoren betrekken

Een derde les is volgens Jitse het tijdig betrekken van relevante actoren, zoals managers, zorgprofessionals en landelijke actoren. Zo zagen de onderzoekers dat in initiatieven waarin bestuurders en managers zorgprofessionals pas later betrekken, wrijving ontstaat. ‘Het leidt tot weerstand op de werkvloer.’

Inspectie betrekken

Soms worden niet alle actoren betrokken, bijvoorbeeld de verzorgenden bij zoiets als het ontwikkelen van een triagemodel. Dan kan er bij de implementatie ervan veel onduidelijkheid ontstaan. ‘Voordat je zoiets ontwikkelt moet je jezelf daarom de vraag stellen: wie krijgen er allemaal mee te maken? En die actoren moet je allemaal betrekken bij het ontwikkelen.’ En, zo gaf hij de toehoorders als advies mee: ‘werk met ambassadeurs, met medewerkers dus die het initiatief steunen en andere medewerkers hierin meenemen. Dat werkt!’ Plus: betrek ook landelijke actoren als dat nodig is. Zoals een Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd als je de avond-, nacht- en weekenddiensten (ANW) anders wil organiseren en de aanrijdtijden een probleem vormen.

'Regionale initiatieven kunnen botsen met landelijk beleid. Juist daar in de regio mee aan de slag gaan is een manier om landelijk iets aan die regelgeving te doen.'

Jitse Schuurmans

Regelruimte

Dat bracht hem op de noodzaak van het creëren van regelruimte. ‘Regionale initiatieven kunnen botsen met landelijk beleid. Juist daar in de regio mee aan de slag gaan is een manier om landelijk iets aan die regelgeving te doen. Die regelruimte is nodig om duurzame medische zorg verder gestalte te geven.’

Medische zorg verduurzamen

Als vijfde en tevens laatste mechanisme in de rij noemde Jitse het creëren van regionale infrastructuren. Dat gebeurt al in veel regionale initiatieven, zei hij. En in die regio’s lukt het beter om de medische zorg te verduurzamen. Het gaat bij infrastructuren dan bijvoorbeeld om netwerken van bestuurders, van zorgprofessionals, of van zorgpraktijken. In dat laatste geval gaat het bijvoorbeeld om een schakelafdeling van een verpleeghuis en ziekenhuis. ‘Daarin worden de actoren van verschillende organisaties goed met elkaar verbonden. Ook een landelijke bijeenkomst zoals deze van vandaag, vormt een goed voorbeeld van verbinding. Want hierin leggen regio’s contact met elkaar en brengen ze hun kennis verder.’

Taakherschikking

Jitse had aan het slot van zijn verhaal nog een interessante vraag voor de toehoorders: welke initiatieven dragen het meest bij aan het oplossen van het capaciteitsprobleem in de (medische) ouderenzorg? Via een QR-code konden de deelnemers die vraag meteen beantwoorden. Bovenaan het lijstje stond als duidelijke winnaar: taakherschikking. Gevolgd door triage, technologie en regionale ANW. ‘Mooi dat taakherschikking zo belangrijk wordt gevonden, al is het in de praktijk vaak lastig te realiseren’, concludeerde Jitse, die op het laatst nog het advies meegaf om aan schaalvergroting te werken. ‘Want dat heeft meer effect.’

Door Karin Burhenne

Aanpak en resultaten van regionale projecten

Tijdens de landelijke netwerkbijeenkomst op 21 juni 2022 presenteerde een aantal regio’s de aanpak en resultaten. Lees over mooie opbrengsten en aanpakken en download de presentaties.

Carinova, Zorggroep Solis en de Huisartsen Coöperatie Deventer en Omstreken starten een samenwerking, gericht op kwetsbare ouderen thuis: Ambulant Team Ouderen (ATO). Doel is om sneller en makkelijker specialistische kennis en kunde beschikbaar te stellen bij complexe zorgvragen voor ouderen met een kwetsbare gezondheid. Voor de huisartsen is er een centraal punt waar zij terecht kunnen met hun (zorg)vragen rondom ouderen. Als de complexiteit toeneemt is meer samenwerking wenselijk. Via het ATO kan de huisarts de specialist ouderengeneeskunde inschakelen voor specialistische diagnostiek, advies en zo nodig behandeling. Psychologen en later ook paramedici werken via het ATO intensiever samen met de huisartsen. 

De V&V in Zuidoost-Friesland werkt samen met het ziekenhuis en de eerstelijn aan een regiomodel voor de ANW-zorg. De Afdeling Tijdelijke Opname Ouderen was een eerste uitkomst. De ambitie is groter en complex. Welke dilemma’s en oplossingsrichtingen komt Zuidoost-Friesland tegen bij de ontwikkeling van deze domeinoverstijgende samenwerking met ziekenhuis en eerstelijn?

De V&V in Zuidoost-Friesland werkt samen met het ziekenhuis en de eerstelijn aan een regiomodel voor de ANW-zorg. De Afdeling Tijdelijke Opname Ouderen was een eerste uitkomst. De ambitie is groter en complex. Welke dilemma’s en oplossingsrichtingen komt Zuidoost-Friesland tegen bij de ontwikkeling van deze domeinoverstijgende samenwerking met ziekenhuis en eerstelijn?

In regio Heerenveen maakt 6% van de populatie zo’n 64% van de totale zorgkosten (WLZ, Zvw en WMO). De meeste kosten worden gemaakt door de 22.000 sociale senioren die wonen in de regio. Dit zijn 65+’ers met een gemiddelde opleiding die graag vrijwilligerswerk doen.

Het regionale samenwerkingsverband Regioplan Heerenveen en omstreken (ouderenzorg, ziekenhuis, huisartsen en gemeenten) ontwikkelt in de komende jaren gezamenlijk interventies gericht op specifieke groepen in de samenleving. De oplossingsrichtingen zijn onder andere:

  • taakdelegatie
  • preventie
  • positieve gezondheid
  • reablement

Het hogere doel: werken aan een gezondere populatie in de regio, meer ervaren kwaliteit van zorg tegen minder kosten (triple aim).

ONUe is een sterk groeiend netwerk van specialisten ouderengeneeskunde (SO’s) en GZ-psychologen (en binnenkort waarschijnlijk ook casemanagers) die werken bij verschillende organisaties in Utrecht. Zij behandelen vanuit de verschillende VVT-organisaties cliënten in de eerste lijn in aanvulling op huisartsgeneeskundige zorg. Met deze samenwerking vormt ONUe een centraal aanspreekpunt voor huisartsen en andere zorgverleners.

De missie van ONUe is om specialistische expertise beschikbaar te stellen voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie en bij te dragen aan een stabiele infrastructuur in de eerstelijnszorg in Utrecht en al vroeg in de keten waar nodig bij te dragen aan de juiste zorg op de juiste plek in de langdurige zorg. Op dit moment werkt ONUe in geheel Utrecht Stad (circa 60 praktijken) en een gedeelte van Utrecht West (circa 15 praktijken) vanuit zes verschillende (zorg)organisaties. Vanwege de groeiende behoefte aan consulten en de succesvolle aanpak is ONUe gevraagd het werkgebied te vergroten. 2022 staat in het teken van verdere uitbreiding en inhoudelijke doorontwikkeling.

Wat is de opzet en welke ontwikkelingen en knelpunten komt ONUe tegen bij het realiseren van hun ambities?

In de avond, nacht en weekenden (ANW) is de arts oproepbaar voor acute zorgvragen. 75% van de acute zorgvragen vanuit een locatie kunnen opgelost worden op verpleegkundig niveau. Dat gebeurt door een goede triage met specifiek geschoolde verpleegkundigen. Door het samen te doen met meerdere organisaties is er voordeel voor iedereen:

  • voor de cliënt: snelle antwoorden en acties
  • voor de zorgmedewerker op locatie: empowerment
  • voor de triageverpleegkundige: een uitdagende job
  • voor de dienstdoende artsen: goed voorbereide vragen en alleen wat nodig is
  • minder kosten

Aanleiding: schaarste op gebied van de beschikbaarheid van artsen in de ANW, aantrekkelijkheid van functie van verpleegkundigen in de ANW. In een pilot van 6 maanden heeft een samenwerking van 5 VVT-organisaties invulling gegeven aan een centraal triage verpleegkundig team. De uitdaging om 5 verschillende dossiers en 5 culturen bij elkaar te brengen, dienstroosters te vullen, en een buitengewoon belangrijke en verantwoordelijke functie in de acute zorg in een pilot vorm te geven, is best spannend.

Sinds 1 september 2021 werken in de regio Achterhoek de artsen van Sensire, Careaz, Marga Klompé en Azora samen in de avond-, nacht- en weekenddiensten. Er is veel geleerd en een eerste evaluatie heeft plaatsgevonden. Met deze evaluatie is het experiment bijgesteld en doen zij in plaats van in 1 gezamenlijke regio nu in 2 groepen nieuwe ervaringen op. Daarbij leren ze als regio samen verder. Hoe hebben zij het proces gelopen qua voorbereiding? En vooral: welke ervaringen hebben zij opgedaan, waar hebben ze bijgesteld?   

In 2020 is het landelijke programma van start gegaan om te komen tot regionale capaciteitsraming binnen de ouderenzorg. Een ramingsaanpak onder begeleiding van het Capaciteitsorgaan waarbij de ontwikkeling van meerdere functies gelijktijdig per regio in beeld worden gebracht (bijvoorbeeld SO, PA, VS, GZ Psycholoog en Verpleegkundige Complexe). Het programma is nu in de fase beland waarin de dialoog met de zorgprofessionals in vijf regio’s gestart is rondom de beleidsthema’s: regionale raming, regionale beleidscyclus en taakzuiverheid. Inmiddels zijn de eerste uitkomsten in beeld. Wat is de (meer)waarde van deze bevindingen op weg naar verduurzaming van de medische zorg?

  • Door Siety de Jager (bestuurder a.i. Inovum), Martin Smits (capaciteitsorgaan) en Jan Hendriks (programmamanagement)
  • Download de presentatie van de sessie over integraal capaciteitsmanagement (pdf) onderaan deze pagina

Lees meer

Downloads

Deel deze pagina via: