Naar hoofdinhoud Naar footer

WoonZorgwijzer Plus helpt bij opgave wonen en zorg ouderen

VVT alliantie Waardenland wil met het instrument WoonZorgwijzer Plus gezamenlijke lokale vraagstukken in beeld brengen. ‘Deze data bieden inzicht in de huidige zorg- en woonbehoefte en die van de toekomst. Nu steeds meer ouderen langer thuis zullen blijven wonen, geeft het ons sturingsinformatie of er bijvoorbeeld extra faciliteiten in een buurt of gemeente nodig zijn.’

Aanleiding WoonZorgwijzer Plus

De vijftien deelnemers aan VVT alliantie Waardenland hebben afgesproken om de verpleeghuiscapaciteit niet verder uit te breiden, maar de zorgvraag de komende jaren extramuraal op te lossen. Met simpelweg bouwen van meer verpleeghuiscapaciteit kunnen zij namelijk niet voldoen aan de toekomstige zorgvraag. Daarmee sluiten ze aan bij de plannen van minister Conny Helder (Langdurige zorg), die toe wil naar andere vormen van verpleeghuiszorg, die thuis of in kleinschalige woonvoorzieningen kan worden gegeven.

Regionale aanpak over wonen en zorg in beeld

De WoonZorgwijzer Plus geeft naast bestaande informatie over de zorgvraag inzicht in het aanbod aan lokale voorzieningen. Denk hierbij aan levensloopbestendige woningen en voldoende faciliteiten zoals vervoer, huisartsen, fysiotherapie, supermarkten en dagbesteding. Op die manier is het mogelijk om gedeelde vraagstukken rondom wonen, welzijn en zorg in de regio te visualiseren en een vertaalslag te maken naar gerichte verbeteringen op wijk- en buurtniveau. Meer weten over de WoonZorgwijzer Plus? Bekijk de video:

YouTube video thumbnail

‘Een aantal jaren geleden heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zorgaanbieders gevraagd om de huidige verpleegcapaciteit door te geven en inzicht te verschaffen over hun uitbreidingsplannen om aan de toenemende zorgvraag te voldoen’, vertelt Mark van Driest, zorginkoper langdurige zorg bij Zorgkantoor VGZ. 

‘Daarnaast heeft VGZ een eigen model op gemeenteniveau ontwikkeld om de uitdagingen regionaal in beeld te brengen. Deze data zoomden alleen niet in op dorps- of wijkniveau. Ook ontbrak er informatie over (zorg)voorzieningen en geschikt woningaanbod. Zorgwaard, een van de partijen van de alliantie, wees ons toen op het bestaan van de WoonZorgwijzer. Drechtzorg heeft samen met het zorgkantoor de data verfijnd en een visuele vertaalslag gemaakt naar lokaal niveau. Dit leidde tot de WoonZorgwijzer Plus en was een belangrijke doorbraak in het gebruik van data voor strategische beslissingen.’

Domeinoverstijgende samenwerking

De data kunnen veel inzicht in knelpunten geven in voorzieningen en passende manieren van wonen. Van Driest: ‘Ze raken aan de plannen van gemeentes, woningcorporaties en zorgaanbieders. Zo helpen ze gemeentes om besluiten te nemen over bestemmingsplannen en het afgeven van vergunningen. Voor ons als Zorgkantoor betekent dit een belangrijke stap in de samenwerking. Wij hebben strategische partners nodig om de opgave van langer thuis wonen te kunnen realiseren. Simpelweg omdat wij geen woningen kunnen bouwen. Maar we kunnen wel gemeentes en zorgaanbieders faciliteren in strategische keuzes en beleid.’

‘Onze visie sluit eveneens aan bij die van de VVT alliantie Waardenland’, vertelt Arie Strik, die als beleidsadviseur Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij de gemeente Gorinchem werkt. Hij houdt zich onder andere bezig met het opstellen van een agenda Wonen en Zorg. ‘Als we de zorg zo blijven organiseren zoals we nu doen, komen we er namelijk niet. Daarom zetten wij ook in op langer thuis wonen. En we zoeken daarbij actief de samenwerking op.’

Gemeenschappelijk verhaal

Strik: ‘Voor het nemen van passende stappen voor de toekomst hebben we een scherpe analyse nodig. De WoonZorgwijzer Plus helpt ons daarbij door inzicht in beschikbare zorg-, welzijns- en woonvoorzieningen. We hadden bijvoorbeeld al het vermoeden dat er in Gorinchem-West een hoge concentratie is qua zorgvraag. De gegevens bevestigen ons daarin, waardoor we het nu met cijfers kunnen onderbouwen. Dat helpt voor een gemeenschappelijk verhaal.’

‘Met de WoonZorgwijzer Plus kunnen we ook voorspellingen doen over het aantal ouderen dat in een gebied gaat wonen’, vertelt Jurjen Sponselee, bestuurder van Het Spectrum en voorzitter van de VVT-alliantie. ‘Interessant inzicht is dat er in sommige gebieden een overschot aan levensloopbestendige woningen is en in andere gebieden een tekort. Dit geldt dan wel voor de korte termijn. Op de langere termijn kan een overschot natuurlijk toch een passend aanbod blijken. Daarom vraagt dit soort inzichten ook om het formuleren van spelregels.’

Sponselee: ‘Het ontwikkelen van extra aanbod, kan namelijk leegstand creëren op de korte termijn, maar voor de langere termijn wel nodig zijn. De vraag is dan in hoeverre je met elkaar dit ondernemingsrisico accepteert. Een ander inzicht is dat bestaand vastgoed ook geschikt kan zijn om levensloopbestendige woningen mee te ontwikkelen. Dit is ook een belangrijke optie, zeker omdat de fysieke mogelijkheden om te bouwen beperkt zijn.’

Tips en inzichten voor andere regio’s en gemeentes

Van Driest: ‘Als zorgkantoor zien we de WoonZorgwijzer Plus als geschikt middel om in meerdere regio’s uit te rollen. We hebben gemerkt dat ook andere zorgkantoren en gemeentes interesse hebben en willen voor hen datasets ontwikkelen en beschikbaar stellen. Het is daarbij handig als gemeentes de WoonZorgwijzer Plus gebruiken om die vervolgens naar eigen behoefte aan te passen. Maar het is aan gemeentes zelf om dat te beslissen.’

Voor het ontwikkelen van een WoonZorgwijzer Plus in de eigen regio is er wel een bepaalde basis nodig. Van Driest: ‘Die bestaat uit het ontwikkelen van een website op provinciaal niveau. Ook moeten er bepaalde data worden opgenomen in de plusvariant, zoals data over bestaand vastgoed. Binnen de VVT alliantie Waardenland maken woningcorporatie Poort6 en gemeente Gorinchem nu al gebruik van visuele beelden van de WoonZorgwijzer Plus om te kijken naar knelpunten. De beperkingen van data kennen, is overigens wel een belangrijke randvoorwaarde om goed het gesprek aan te gaan. Data helpen om eensgezindheid te creëren over de richting voor de komende jaren. Maar het goed omgaan met data vraagt wel om steeds weer evalueren en bijstellen.’

Werken vanuit gemeenschappelijkheid

Daarnaast is het belangrijk om een goede basis voor samenwerking te hebben. Sponselee: ‘In de regio komen we steeds meer tot de realisatie dat we het niet alleen kunnen als het gaat om de uitdagingen die op ons af komen. Een goede samenwerking begint dan ook met het opbouwen van een vertrouwensrelatie. En het formuleren van een gemeenschappelijke visie. Wat goed werkt is dat het zorgkantoor mede-eigenaar is van deze visie en daarmee ook continuïteit borgt voor de toekomst. Bij ons samenwerkingsverband houden we ook kleinere partijen aangehaakt. Bijvoorbeeld door de visie te delen en uit te nodigen tot vragen en ideeën.’

Voor andere gemeentes die proactief met de woon- en zorgopgave aan de slag willen, is het opstellen van een strategie een goed beginpunt. Zoals de gemeente Gorinchem dat nu doet met een agenda Wonen en Zorg. 

Strik: ‘Deze opgaaf is voor gemeentes ingewikkeld en begint met de erkenning dat je dit onmogelijk alleen kan doen. En vervolgens met het aanhaken van iedereen die betrokken is. Daarnaast kan je als gemeente niet alle verantwoordelijkheid op je schouders nemen. Ook de inwoner zelf heeft een verantwoordelijkheid. Dat vraagt om eerst te kijken wat die persoon zelf kan regelen, voordat je allerlei voorzieningen vanuit automatisme aanbiedt. En tot slot is het belangrijk om ook als gemeente helder te hebben wat je wel en niet kan doen. We hebben een opgaaf in wonen en zorg, maar we kunnen niet ook zorgdragen voor voldoende zorgprofessionals. Daar hebben we anderen bij nodig. Gelukkig wordt het gevoel van urgentie door alle belangrijke partijen in onze gemeente ervaren.’

Meer weten

Deel deze pagina via: